Training 3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

TRAINING 3

LEERDOELEN

• Ik kan de lengtematen van een vlak figuur in dezelfde eenheid zetten. 
  

• Ik kan de omtrek van een vierkant, rechthoek en driehoek berekenen.  
  

We starten met het trainen van de omtrek. 

1. Maar eerst...

Schrijf op:

- het zinnetje.

- het trappetje van de eenheden van lengte

- per tree wat er gebeurt.

2.

Bereken de omtrek in meters. 

2 dam

2 dam = 2 x 10 = 20 m

20 + 20 + 15 + 15 = 70 m

2 dam

3.

Bereken de omtrek in meters.

7 dam

5 hm

7 dam = 7 x 10 = 70 m

5 hm = 5 x 10 x 10 = 500 m

70 + 70 + 500 + 500 = 1140 m

7 dam

5 hm

4.

Bereken de omtrek in centimeters.

400 mm

400 mm = 400 : 10 = 40 cm

40 + 40 + 40 + 40 = 160 cm 

400 mm

5.

Bereken de omtrek in centimeters.

40 mm

3 cm

0,5 dm

40 mm = 40 :10 = 4 cm

0,5 dm = 0,5 x 10 = 5 cm

3 + 4 + 5 = 12 cm

40 mm

3 cm

0,5 dm

6.

Bereken de omtrek in meters. 

Kies één punt en "loop" er dan langs. 

Controleer of je overal om bent "gelopen". 

9 + 12 + 7 + 2 + 2 + 10 = 42 m

7 m

2 m

7. 

Bereken de omtrek in meters. 

2 + 3 + 5 + 3 + 5 + 1 + 3 = 

22 m

5 m

1 m

3 m

8.

Bereken de omtrek in kilometers. 

4 + 8 + 12 + 8 + 4 + 4 + 8 = 

48 m

48 :10 :10 :10 = 0,048 km

4 m

4 m

OEFENWEDSTRIJDJE

5 tegenstanders

Training 3

Bereken de omtrek in meters.

Typ: getal spatie eenheid

0,15 hm

28 m

Bereken de omtrek in meters.

Typ: getal spatie eenheid

Vul in.
4900 dm = ... km

Vul in:
0,75 dam + 690 cm = ... m

Welke eenheid hoort erbij?

Een voetbalveld is 90 .... lang.

1. m
2. dam
3. hm
4. km