Borre en de papegaai; begrijpend luisteren

• Begrijpend luisteren
• Basisschool
• Groep 3

1. Er wordt een bladzijde voorgelezen.

2. Bij iedere bladzijde krijg je één of meer vragen.

3. Daarna mag je pas het plaatje in het boek zien.

Bladzijde 1

Hoe lang duurt de huisdierruil?

1. een dag
2. een weekend
3. een week
4. een maand

Waarom kan Borre ruilen met wie hij maar wil?

Iedereen wil heel graag een paar dagen met Pluisdier spelen.

Welke huisdieren
ken jij?

Bladzijde 2

Wie of wat zou Borre wel mee naar huis willen nemen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Waarom wil Borre Pluisdier niet ruilen tegen een hond of een kat?

Hij vindt honden en katten wat gewoontjes.

Bladzijde 3

Waar zie je het huisdier van Anne?

1. 
2. 
3. 
4. 

Het klinkt alsof Anne van haar papegaai af wil. 

Waarom is dat denk je?

Bladzijde 4

Borre neemt afscheid van Pluisdier. Hoe voelen Borre en Pluisdier zich?

1. 
2. 
3. 
4. 

Waar zit de papegaai?

1. 
2. 
3. 
4. 

Bladzijde 5

De papegaai aapt Radijs na.
Waar zie je iemand een ander na-apen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Er hoeven geen batterijen in de papegaai om hem te laten praten.
Waar moeten wel batterijen in?

1. 
2. 
3. 
4. 

Bladzijde 6

Wat vindt Radijs van het napraten van de papegaai?

1. leuk
2. grappig
3. vervelend
4. verrassend

Radijs gaat ervandoor voordat ze doof wordt.
Als je ervandoor gaat, dan...?

1. loop je mee
2. ga je weg
3. kom je erbij
4. ga je ergens door

Bladzijde 7

Borre bedenkt zich iets dat niet kan kloppen.

Wat is het?

De goudvis van Radijs was bijna verdronken. Vissen kunnen niet verdrinken.

Volgens Borre kan Radijs niet overweg met de papegaai.
Wat past bij goed overweg kunnen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Bladzijde 8

Hoe reageert mama als Borre met een papegaai thuiskomt?

1. 
2. 
3. 
4. 

Bladzijde 9

De papegaai krijst.
Wat past het best bij krijsen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Bladzijde 10

Papa zegt: 'Ik ben bang dat er maar één ding op zit...'

Wat kunnen ze doen?

Wat is het tegengestelde van hoe Borre en zijn ouders zich nu voelen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Bladzijde 11

Wat past het best bij tegemoet rennen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoe heeft Anne het gehad met Pluisdier?

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoe hebben Borre en zijn ouders het probleem van het napraten opgelost?

Vind je van dit idee?