Les 2HA 13 november 2de uur

Wilkommen
Anwesenheit
Lernziel
Hausaufgaben kontrollieren
Wiederholung werkwoorden met a of e in de stam + Lernbox 4
Tijdsbepaling
An die Arbeit 
 Lernziel kontrollieren


1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Wilkommen
Anwesenheit
Lernziel
Hausaufgaben kontrollieren
Wiederholung werkwoorden met a of e in de stam + Lernbox 4
Tijdsbepaling
An die Arbeit 
 Lernziel kontrollieren


Slide 1 - Slide

das Lernziel
- ik kan in het Duits de tijd  bepalen.

Slide 2 - Slide

hausaufgaben kontrollieren
Aufgaben 8 und 9 (Seite 36-37)
Aufgabe 1 und 2 (Seite 38-39)

Slide 3 - Slide

Wiederholung werkwoorden met a of e in de stam

1. Als een werkwoord -a in de stam heeft, in welke letter veranderd die a?
2.  Als een werkwoord -e in de stam heeft, in welke letter veranderd die e?
3. Bij welke persoonlijke voornaamwoorden veranderd de klinker?

Slide 4 - Slide

Wiederholung werkwoorden met a of e in de stam

1. Er .......... (eten) gerne Brot.
2. Du ........ (rijden) ein Auto.
3. Maria ....... (lezen) ein Buch

Slide 5 - Slide

Woordjes
Op het bord komt een woordje te staan, als je het woordje denkt te weten, sta dan op.

Slide 6 - Slide

die Note

Slide 7 - Slide

das Gymnasium

Slide 8 - Slide

das Ergebnis

Slide 9 - Slide

die Turnhalle

Slide 10 - Slide

Tijdsbepaling
- Wat is tijdsbepaling?
-Voorbeelden in het Nederlands.

Slide 11 - Slide

Im
"Im'' gebruik je voor  voor seizoenen en maanden

Voorbeeld:

Im Herbst haben wir ferien.
Im Oktober habe ich Geburtstag.

Slide 12 - Slide

Am
"Am" gebruik je voor dagen, dagdelen en datum.

Voorbeeld:
Am Montag habe ich Schule.
Am Morgen gehe ich zur Schule
Am 25. Dezember ist Weihnachten

Slide 13 - Slide

Um
Um gebruik je voor een tijdstip.

Voorbeeld:

Um neun Uhr muss ich weg.

Slide 14 - Slide

Von....... bis
"Von...... bis" gebruik je om tijdsduur te bepalen.

Voorbeeld:

Von neuen bis elf Uhr bin ich nicht da.

Slide 15 - Slide

An die Arbeit
Aufgabe 11 (Seite 44)
Fertig? Lerne Lernbox Lektion 5 (Seite 52).

Slide 16 - Slide

Lernziel Kontrollieren
1. Wanneer gebruik je "im".
2. Wanneer gebruik je "am".
3.  Wanneer gebruik je "um".
4. Wanneer gebruik je "von ....... bis"

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link