Keuzekaart accommoderen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Keuzekaart accommoderen

Beantwoord de vragen in deze lessonup. Weet je iets niet? Zoek het dan op in je tekstboek of op biologiepagina.nl!

Welke prikkel kan het oog omzetten tot een impuls?

Wat is een impuls?

Het oog: zet onderdelen op de juiste plaats

netvlies

Harde oogvlies

oogzenuw

lens

Oogspier

Hoornvlies

Laag met zintuigcellen (staafjes en kegeltjes)

Waar de oogzenuw het oog verlaat

Verandert de lens van vorm zodat je scherp kunt zien

Zorgt ervoor dat er een scherp beeld op je netvlies valt

Doorzichtig deel van het oog

Geeft structuur en vorm aan het oog

Gat wat licht doorlaat

Brengt impulsen naar de hersenen

Stevige buitenste laag van het oog

Bevat spiertjes die de grootte van de pupil regelen

Hoornvlies

Lens

Pupil

iris

straalvormig lichaam met lensbandjes

oogzenuw

netvlies

harde oogvlies

blinde vlek

glasachtig lichaam

Een lichtstraal valt op het oog.

Zet de onderstaande onderdelen van het oog, waar deze lichtstraal achtereenvolgens doorheen gaat, in de juiste volgorde: je kunt ze naar de juiste plaats slepen.

Lens

Hoornvlies

Glasachtig lichaam

Netvlies

pupil

Twee onderdelen van het oog zorgen ervoor dat een lichtstraal kan worden gebroken. Welke twee onderdelen zijn dit?

1. Lens & glasachtig lichaam
2. Lens & hoornvlies
3. Hoornvlies & glasachtig lichaam
4. Glasachtig lichaam & netvlies

Wat is accommoderen?

Welke twee onderdelen zorgen ervoor dat het oog kan accommoderen?

1. Straallichaam en de lens
2. Lens en de lensbandjes
3. Lensbandjes en het straallichaam
4. Lens en het glasachtig lichaam

	Veraf	Dichtbij
Straalvormig lichaam
Lensbandjes
Vorm van de lens

Bol

Hol

Lensbandjes ontspannen

Lensbandjes gespannen

Straalvormig lichaam ontspannen

Straalvormig lichaam gespannen

Als je veraf wilt kijken moet de les boller/platter worden.

1. Boller
2. Platter

Als je dichtbij wilt kijken moet de lens boller/platter worden.

1. Boller
2. Platter

Bijziend

Als je bijziend  bent kan je heel goed een boek lezen of op de computer iets bekijken. Alles wat dichtbij je is kan je goed bekijken. Je kan dichtbij zien. Helaas kan je dan niet voorwerpen die verder weg staan goed zien. Deze worden waziger en vormen uiteindelijk een grote vlek!

Verziend

Je kan ook verziend zijn. Je kan dan heel goed voorwerpen op afstand zien, maar een boek lezen lukt dan niet meer. Alles wat ver is kan je wel zien.

Deze persoon is:

1. Bijziend
2. Verziend

Deze persoon is:

1. Bijziend
2. Verziend

Deze persoon is:

1. Bijziend
2. Verziend

Deze persoon is:

1. Bijziend
2. Verziend

Als je verziend bent heb je een bril of lenzen met een holle/bolle
lens om weer goed te kunnen zien

1. Holle
2. Bolle

Als je bijziend bent heb je een bril of lenzen met een holle/bolle
lens om weer goed te kunnen zien.

1. Holle
2. Bolle

Een holle lens is...

1. Positief
2. Negatief

Een bolle lens is...

1. Positief
2. Negatief

Als je verziend bent zal het beeld zich voor/achter het netvlies
vormen.

1. Voor
2. Achter

Als je bijziend bent zal het beeld zich voor/achter het netvlies
vormen.

1. voor
2. achter

Laat nu aan de docent zien hoeveel vragen jij goed had!