'H5 taalverzorging -Lastige werkwoorden-

Nederlands 2 Basis
H5 > Taalverzorging > Lastige werkwoorden


Pak je laptop en ga naar Lessonup
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands 2 Basis
H5 > Taalverzorging > Lastige werkwoorden


Pak je laptop en ga naar Lessonup

Slide 1 - Slide

Deze les
- Wat ga je in deze les leren?

- Wat weet je al?

- uitleg + quizvragen

- zelfstandig werken (online)

Slide 2 - Slide

DOEL


- je weet wanneer je een -t of een -d moet schrijven bij lastige werkwoorden die hetzelfde klinken.

lastige werkwoorden

Slide 3 - Slide

Wat weet je al?
Het gebeurt vandaag.
Het is vandaag gebeurd.

Wat is het verschil en waarom is het een verschil?

Slide 4 - Slide

lastige werkwoorden

Werkwoorden die beginnen met be-, ge-, ver-, ont-, her- of over- klinken in de tegenwoordige tijd en de voltooide tijd hetzelfde, maar vaak schrijf je de werkwoorden anders.


gebeurt of gebeurd

verandert of veranderd?

herstelt of hersteld?

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm

Soms gebeurt dat.
Dat verandert niets.
Zij herstelt haar scooter.
Voltooid deelwoord

Het is gebeurd.
Het is niet veranderd.
Zij heeft haar scooter hersteld.
Is het een pv?  JA
Tt? JA
Regel? Ik-vorm +t
Is het een pv?  NEE
Regel? Maak langer, hoor je -t of -d? 

Slide 6 - Slide

Joris heeft de tekst in het Frans vertaald met Google Translate.

a: goed b: fout
________
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

Rick vertaald de menukaart voor zijn Spaanse vriendin.

a: goed b: fout
_______
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

Steeds weer beloofd Martine ons een ijsje.

a: goed b: fout
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

Vorige week had je me ook een cadeautje beloofd.
________
a: goed  b: fout
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quiz

De kleine Teun verstopt zich achter de boom.

a: goed b: fout
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quiz

De leraar Nederlands behandelt eerst een paar zinnen op het smartbord als voorbeeld.

a: goed b: fout
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quiz

In de biologieles hebben we een kikker ontleedt.

a: goed b: fout
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

Door het plaatsen van zonnepanelen _____ het bedrijf op energiekosten.

a: bespaart b: bespaard
A
bespaart
B
bespaard

Slide 14 - Quiz

Wat _____ een rond blauw verkeersbord met een witte bromfiets erop?

a: betekent b: betekend
A
betekent
B
betekend

Slide 15 - Quiz

Sabien heeft Koen _____ om ook naar het eindexamenfeest te gaan.

a: verleid b: verleidt
A
verleid
B
verleidt

Slide 16 - Quiz

Je _____ de Nederlandse voetbalsupporters bij de Olympische spelen aan hun oranje outfit.

a: herkend b: herkent
A
herkend
B
herkent

Slide 17 - Quiz

Voor dit tomatensoepgerecht moeten de tomaten eerst _____ worden.
a: ontveld b: ontvelt
A
ontveld
B
ontvelt

Slide 18 - Quiz

Maken
Hoofdstuk 5 > Taalverzorging > lastige werkwoorden

= huiswerk > vrijdag


Klaar? > leesdossier

Slide 19 - Slide

GELEERD?


- je weet wanneer je een -t of een -d moet gebruiken als de tegenwoordige tijd en de persoonsvorm hetzelfde klinken
 
lastige werkwoorden

Slide 20 - Slide