100225_Jaar 3_H3_Grammar herhaling - prepositions

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Startopdracht: word search

Na de startopdracht: iPad dicht op je tafel klaarleggen

Huiswerk check

Zijn er nog vragen over het huiswerk?

Prepositions of time

On: days and dates (e.g., "on Monday", "on 25 December").

In: months, years, seasons, parts of the day (e.g., "in June", "in the evening").

At: specific times and holidays (e.g., "at 9am", "at Christmas").

Which preposition is correct?
Mobile phones were invented ... the eighties

1. on
2. by
3. at
4. in

Which preposition is correct?
I have a meeting ... noon today.

1. on
2. by
3. at
4. in

Which preposition is correct?
I finish school early ... Wednesdays

1. on
2. by
3. at
4. in

Prepositions of place

On: public transport, ‘on top of’ something (e.g., "on the bus", "on the table").

In: nature, countries, ‘inside’ (e.g., "in the mountains", "in France").

At: specific locations, addresses, buildings (e.g., "at home", "at the station").

Which preposition is correct?
The Netherlands is ... sea level.

1. below
2. under
3. beyond
4. by

In het NL zou je zeggen: onder zee niveau

In het Engels is de regel: 

under = er is direct iets onder het object

The paper is hidden under the rock

below = onder in de zin van op een lager niveau.

Which preposition is correct?
She studies ... a famous university.

1. in
2. at
3. on
4. by

Buildings

in: wanneer je het hebt over het gebouw zelf

at:  wanneer je het hebt over de functie van het gebouw. 

Aan de slag!

Maak de oefeningen op de werkbladen!

Homework

Werkbladen afmaken