Paragraaf 5: Lucht en luchtdruk

Hoofdstuk 3: Water en lucht
1HV
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3: Water en lucht
1HV

Slide 1 - Slide

Paragraaf 5: Lucht en luchtdruk

Slide 2 - Slide

Waar gaan we het over hebben?

Wat zit er in lucht?
Wat is luchtdruk?
Luchtdruk en tegendruk

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is luchtdruk?
Hoe hard "drukt" de lucht op jou?

Geen lucht = vacuüm (luchtledige ruimte)

Slide 5 - Slide

Met tegendruk
Zonder tegendruk

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Werking barometer

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Lezen tekstboek blz 47 t/m 49

Maken opg 44 t/m 52 op blz 54 en 55 van je werkboek
Klaar? Maak ook de plusstof.

Slide 11 - Slide

Antwoorden

Slide 12 - Slide

44. Stikstof, zuurstof en
       koolstofdioxide.

45. a. Langer houdbaar, smaak blijft
            beter bewaard
       b. Het pak voelt hard aan.
       c. Een sissend geluid, dit komt
           doordat de lucht het pak in
           stroomt.

46. De lucht in je longen geeft
        tegendruk.
47. a. Dat wordt kleiner
       b. Die gaat naar rechts

48. a. De luchtdruk is dan lager dan
            normaal.
       b. Ramen open, dan is de druk
            binnen en buiten gelijk.

49. a. Aan de binnenkant.
       b. Aan de buitenkant.
       c. Er kan dan geen lucht achter
            het trommelvlies weg of bij.

Slide 13 - Slide

50. a. 1 km
       b. Gedaald.
       c. Het verschil in luchtdruk met de
           grond is kleiner geworden. Dat
           gebeurt alleen wanneer je
           dichter bij de grond bent.
       d. De luchtdruk op de grond is
            belangrijk om zelf te weten hoe
            hoog je zit.
51. De tegendruk in het zakje is gelijk
       gebleven, maar de luchtdruk is
       gedaald.

52. a. Er is minder luchtweerstand.
       b. Zo blijft de luchtdruk in het
            vliegtuig gelijk.
       c. Dan wordt de lucht uit het
            vliegtuig gezogen (van hoge
            druk naar lage druk).
       d. Het verschil in druk is groter.

Slide 14 - Slide