Fabrieken en arbeiders

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Deel 1 - tijdvakken

Welk tijdvak komt vóór het tijdvak van ontdekkers en hervormers.

1. monniken en ridders
2. steden en staten

Welk tijdvak komt direct na ontdekkers en hervormers?

1. pruiken en revoluties
2. regenten en vorsten

Welk tijdvak komt tussen grieken en romeinen en steden en staten?

1. monniken en ridders
2. ontdekkers en hervormers

Welk tijdvak is het eerste tijdvak?

1. Grieken en Romeinen
2. jagers en boeren

Welk tijdvak is het laatste tijdvak?

1. televisie en social media
2. televisie en raketten
3. televisie en terreur
4. televisie en computer

Welke jaartallen passen er bij het tijdvak van wereldoorlogen?

1. 1930-1955
2. 1900-1950
3. 1900-2000
4. 1920-1970

Deel 2 - kenmerkende aspecten

'Het ontstaan van feodale verhoudingen en bestuur' past bij...

1. tijd van monniken en ridders
2. tijd van burgers en stoommachines

Bij burgers en stoommachines past: discussies over de sociale kwestie. Wat is de sociale kwestie?

1. Niet weten op welke politieke partij je moet stemmen
2. De slechte situatie van de arme arbeiders in de steden
3. Grote oorlogen in Europa, veroorzaakt door Napoleon
4. Dat mensen hun buurtgenoten niet leren kennen

Bekijk de afbeelding...

Bij welk kenmerkend aspect past de afbeelding?

1. Opkomst van emancipatiebewegingen
2. Discussies over de sociale kwestie
3. Industriële revolutie als basis voor de industriële samenleving
4. Opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen

De opkomst van rationeel denken en verlicht optimisme past bij...

1. Regenten en vorsten
2. Pruiken en revoluties
3. Burgers en stoommachines
4. Wereldoorlogen

Wat is een voorbeeld van verlicht denken?

1. Het gebruik van computers
2. De bijbel niet zien als de belangrijkste bron van kennis
3. De uitvinding van de stoommachine
4. De uitvinding van nieuwe oorlogsvoertuigen, zoals de tank

Wat is handelskapitalisme?

1. Nederlands-Indië was een Nederlandse kolonie
2. De uitvinding van de stoommachine
3. De ontdekking van Amerika
4. Geld investeren in de handel, om meer winst te verdienen

In welk tijdvak was de Nederlandse republiek wat betreft economie en staatkunde erg bijzonder?

1. Ridders en monniken
2. Steden en staten
3. Ontdekkers en hervormers
4. Vorsten en regenten

Deel 3 - de industriële revolutie

Waarom is het logisch dat de demografische revolutie op de agrarische revolutie volgt?

Leg uit wat het verband is tussen de spinning jenny en huisnijverheid.

De schietspoel werd gebruikt om te...

1. Weven
2. Spinnen

Leg uit waarom het waterframe (machine aangedreven door een waterrad) niet bij huisnijverheid past.

Leg uit wat het verband is tussen de stoommachine en urbanisatie.

De arbeiders in de stad hadden te maken met slechte WERKomstandigheden en slechte LEEFomstandigheden.

Noem voorbeelden van slechte werkomstandigheden

Noem voorbeelden van slechte leefomstandigheden

Een laag loon hoort bij

1. leefomstandigheden
2. werkomstandigheden

Een slecht onderhouden huis hoort bij

1. leefomstandigheden
2. werkomstandigheden

Wat was een oorzaak voor de slechte leefomstandigheden?

1. Er waren ineens veel arbeiders naar de stad gekomen
2. De arbeiders gaven niks om hoe hun huizen eruit zagen
3. Er waren geen goede materialen beschikbaar om huizen te bouwen

Wat was een gevolg van de slechte leefomstandigheden?

1. Er kwam oorlog
2. Er ontstonden politieke partijen
3. De mensen kregen gezondheidsklachten
4. De stad groeide snel