1GH chapitre 3 toets

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

chapitre 3 school 20x

1 - Je kunt de dagen van de week noemen, 5x

2 - Je kunt zeggen hoe laat het is, 5x

3 - Je kunt aangeven wat je leuk vindt, 5x

4 - Je kunt zeggen dat iets van jou is. 5x

lundi

1. maandag
2. woensdag
3. dinsdag
4. donderdag

jeudi

1. maandag
2. woensdag
3. dinsdag
4. donderdag

vandaag

1. demain
2. hier
3. aujourd'hui
4. semaine

zaterdag > typ in het Frans

dinsdag > typ in het Frans

chapitre 3 school 20x

1 - Je kunt de dagen van de week noemen, 5x

2 - Je kunt zeggen hoe laat het is, 5x

3 - Je kunt aangeven wat je leuk vindt, 5x

4 - Je kunt zeggen dat iets van jou is. 5x

Het is 12.00 uur 's middags.

1. il est 12 heures.
2. il est douze
3. il est midi
4. il est minuit

Il est dix heures et quart.

1. 4.15 uur
2. 16.15 uur
3. 10.15 uur
4. 16.10 uur

Il est deux heures et demie.

1. 14.30 uur / half 3
2. 13.30 uur / half twee

Hoe laat is het? > vertaal in het Frans

Het is 5 uur.

chapitre 3 school 20x

1 - Je kunt de dagen van de week noemen, 5x

2 - Je kunt zeggen hoe laat het is, 5x

3 - Je kunt aangeven wat je leuk vindt, 5x

4 - Je kunt zeggen dat iets van jou is. 5x

aimer

1. dol zijn op
2. een hekel hebben
3. voorkeur hebben
4. leuk vinden

j'adore la musique

1. ik vind muziek leuk
2. ik ben dol op muziek
3. ik heb een hekel aan muziek
4. ik heb liever muziek

Ik heb geen hekel aan Frans.

1. Je ne pas déteste le français.
2. Je ne pas aime le français.
3. Je ne déteste pas le français.
4. Je n'aime pas le français,

ik houd van > vertaal naar het Frans

Houd jij van muziek? > vertaal

chapitre 3 school 20x

1 - Je kunt de dagen van de week noemen, 5x

2 - Je kunt zeggen hoe laat het is, 5x

3 - Je kunt aangeven wat je leuk vindt, 5x

4 - Je kunt zeggen dat iets van jou is. 5x

mijn

1. mon
2. son
3. ton
4. notre

jouw spullen

1. mes affaires
2. ses affaires
3. tes affaires
4. nos affaires

zijn moeder

1. son mère
2. sa mère

Het is mijn boek.

mijn lievelingsvak

chapitre 3 afgerond V

1 - Je kunt de dagen van de week noemen, V

2 - Je kunt zeggen hoe laat het is, V

3 - Je kunt aangeven wat je leuk vindt, V

4 - Je kunt zeggen dat iets van jou is. V