Proeftoets Digitale Vaardigheden

Door mapjes te maken op je computer
A
Is je computer sneller
B
Kun je Bestanden snel terug te kunnen vinden
C
gebruik je minder geheugen op je computer
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
ICTMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Door mapjes te maken op je computer
A
Is je computer sneller
B
Kun je Bestanden snel terug te kunnen vinden
C
gebruik je minder geheugen op je computer

Slide 1 - Quiz

Wat is het voordeel van de OneDrive:
A
Je kunt vanaf elke computer werken
B
Bestanden zijn voor iedereen beschikbaar
C
Alles wordt automatisch gecontroleerd op virussen

Slide 2 - Quiz

Wanneer spreek je over een veilig wachtwoord?
A
Een wachtwoord dat je altijd gemakkelijk kunt onthouden
B
Een wachtwoord waarin je niet je eigen naam opneemt
C
Een zo lang mogelijk wachtwoord met letters, cijfers en leestekens

Slide 3 - Quiz

Social media platformen slaan persoonlijke informatie op om:
A
Om je te helpen bij problemen
B
Mensen persoonsgerichte informatie en advertenties te kunnen tonen op je Socials
C
Te voldoen aan de AVG wet

Slide 4 - Quiz

Wat kun je goed doen met Linkedln?
A
Oude vrienden opzoeken
B
Een bedrijf promoten
C
Een baan vinden
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 5 - Quiz

Wat is een browser?
A
Een zoekmachine die een zoekresultaat naar je computer kan sturen
B
Een programma op je eigen computer waarmee je een website kunt bekijken
C
Een programma op je eigen computer om je bestanden te kunnen bekijken

Slide 6 - Quiz

Wat geldt voor afbeeldingen die je vindt via Google?
A
Deze mag je altijd vrij gebruiken omdat deze openbaar zijn
B
Deze mag je nooit zomaar gebruiken omdat er auteursrecht is
C
Deze mag je gebruiken als je een abonnement hebt bij Google

Slide 7 - Quiz

Op welke manier kun je deelnemen aan een overleg of les via Teams?
A
Door op een kanaal in Teams te klikken
B
Met een uitnodigingslink die je via email ontvangt
C
Beide antwoorden zijn goed.

Slide 8 - Quiz

Wanneer gebruik je het "bcc" veld bij het versturen van e-mail?
A
Als de e-mail heel belangrijk is
B
Als de geadresseerden voor elkaar onzichtbaar moeten blijven
C
Als de e-mail een zogenaamd "no-reply" afzender heeft

Slide 9 - Quiz

Binnen Outlook kun je op twee verschillende manieren een bijlage meesturen. Hoe weet je zeker dat de ontvanger het document probleemloos kan openen?
A
Door hyperlink in de mail te zetten
B
Door het te versturen met het document in de bijlage

Slide 10 - Quiz

Welke eigenschap geef je een "Hoofdstuk" in je verslag?
A
Kop 1
B
Kop 2
C
Kop 3

Slide 11 - Quiz

Waarom gebruiken we "Kop 1, kop 2 en kop 3" bij een verslag?
A
om een automatische inhoudsopgave te kunnen maken
B
Omdat het er mooi uit ziet
C
Beide antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quiz

Welke lettergrootte gebruik je als je een verslag typt
A
8pt of 9pt
B
11pt of 12pt
C
13pt of 14pt

Slide 13 - Quiz

Wat is een hyperlink?
A
Een knop om een afbeelding groter te maken
B
Een verbinding naar een andere website
C
Een link die wordt gebruikt voor betaalde reclames

Slide 14 - Quiz

welke formule gebruiken we in Excel om cijfers met elkaar te vermenigvuldigen
A
=A1xA2
B
= A1/A2
C
=A1*A2

Slide 15 - Quiz

welke formule gebruiken we in Excel om te cijfers met elkaar te delen
A
=A1>A2
B
=A1xA1
C
=A1/A2

Slide 16 - Quiz

Met welke sneltoets begin je direct op een nieuwe pagina
A
Ctrl -C
B
Ct rl-V
C
Ctrl-Enter

Slide 17 - Quiz

Met welke sneltoets kun je een bestand, tekst of afbeelding snel kopiëren?
A
Ctrl-C
B
Ctrl-V
C
Ctrl-Enter

Slide 18 - Quiz

Wat is een goed bestand om een rekening naar een klant te sturen?
A
.DOX
B
.XLS
C
.PDF

Slide 19 - Quiz