Oefenen Unit 1 1G

Welcome everyone
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welcome everyone

Slide 1 - Slide

Vorige les?

Slide 2 - Mind map

Doel van de les
Aan het einde van de les heb je geoefend met alle stof van UNIT 1

Slide 3 - Slide

Groep 3
Maken oefenblad in Edform. Klaar? Ga dan weer aan de slag met Self Test en Catch Up

Slide 4 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
Pnv. ond
pnv.  niet ond
I
ik
me
mij
You
jij
you
jou
He
hij
him
hem
She
zij
her
haar
It
het
it
het
We
wij
us
ons
You
jullie
you
jullie
They
zij
them
hen

Slide 5 - Slide

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Susan
A
he
B
we
C
you
D
she

Slide 6 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoord:
... (zij) is from Curacao.
A
They
B
We
C
He
D
She

Slide 7 - Quiz

persoonlijk voornaamwoorden verwijzen naar:
A
personen, namen, dieren
B
dieren, namen, woorden
C
Woorden, dingen, personen
D
mensen, dieren of dingen

Slide 8 - Quiz

To be (bevestigend)
To be = zijn


Onderwerp
Werkwoord
Afkorting
Voorbeeld
I
Am
I'm
I am twelve. / I'm twelve.
He, She, It
Is
He's / She's / It's
He is eight. / He's eight.
You, We, They
Are
You're / We're / They're
We are friends. / We're friends.

Slide 9 - Slide

To be: You _____ (to be)hungry
A
am
B
are
C
is

Slide 10 - Quiz


They ... (to be) happy to be here.
A
is
B
am
C
are

Slide 11 - Quiz

They ... (to be) happy to be here
A
are
B
am
C
is
D
isn't

Slide 12 - Quiz

Cardinal numbers

A cardinal number is a 'normal' number:
one, two, three, etc


Slide 13 - Slide

number 3

Slide 14 - Open question

Numbers
18

Slide 15 - Open question

Numbers
14

Slide 16 - Open question

To have got = hebben
I have (got)
You have (got)
He/She/It has (got)
We have (got)
You have (got)
They have (got)

Slide 17 - Slide

Personal pronouns

This is for ... (mij).
A
you
B
him
C
me
D
them

Slide 18 - Quiz

Personal pronoun

... is cold outside.
A
He
B
We
C
She
D
It

Slide 19 - Quiz

Vul de juiste vorm van 'have got' in:
My dad ____ blue eyes. (have got)

Slide 20 - Open question

Vul de juiste vorm van 'have got' in:
We ___ a problem. (have got)

Slide 21 - Open question

'To have got' heeft 2 vormen, namelijk have got en...

Slide 22 - Open question

Huiswerk
Ga naar edform en maak het oefenblad. Klaar? afmaken catch up en self test

Slide 23 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 24 - Mind map