H2 paragraaf 2 en 3

Anticyclisch beleid
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Anticyclisch beleid

Slide 1 - Slide

Anticyclisch overheidsbeleid hoogconjunctuur
De conjunctuurlijn wordt "gedempt". (Minder hoog/minder laag):
In hoogconjunctuur:
- Bezuinigen
- Belasting omhoog

Het wordt minder goed

Slide 2 - Slide

Anticyclisch overheidsbeleid laagconjunctuur
De conjunctuurlijn wordt "gedempt". (Minder hoog/minder laag):
In Laagconjunctuur:
- Bestedingen omhoog
- Belasting omlaag

Het wordt beter

Slide 3 - Slide

Loonmatiging
Lonen stijgen minder snel
Arbeid wordt relatief goedkoper

Loonkosten per product dalen --> Producten worden goedkoper --> Goed voor de internationale concurrentiepositie (dus export stijgt)

Slide 4 - Slide

Arbeidsproductiviteit
Stel: de arbeidsproductiviteit stijgt met 10%, terwijl de lonen maar met 3% stijgen --> Elk product wordt gemiddeld goedkoper

Internationale concurrentiepositie wordt hierdoor verbeterd: export stijgt --> productie stijgt --> werkloosheid daalt

Slide 5 - Slide

Automatische stabilisatoren
2 redenen waarom de overheid automatisch anti-cyclisch beleid voert in Nederland:
- Uitkeringen
- Progressieve belastingen


Slide 6 - Slide

Uitkeringen
Tijdens laagconjunctuur zou de vraag heel laag zijn

Door uitkeringen blijven mensen tóch nog iets besteden
De vraag valt dus niet helemaal weg, waardoor de conjunctuur iets hoger wordt. = Automatische stabilisator

Slide 7 - Slide

Progressieve belastingen
Hoe hoger het inkomen, hoe meer % belasting (Schijven)

Tijdens hoogconjunctuur stijgen de lonen. Mensen betalen dus meer belasting --> Consumptiegroei wordt hierdoor beperkt. Hoogconjunctuur wordt minder hoog. (En andersom)

Slide 8 - Slide

Overheidsfinanciën
Tijdens laagconjunctuur

Mensen besteden weinig en betalen minder belasting --> Inkomsten overheid dalen
Overheid investeert bij anticyclisch beleid --> Uitgaven stijgen

Niet goed voor de begroting van de overheid

Slide 9 - Slide

Opdrachten
Paragraaf 2, vraag 1,3,5,6
Paragraaf 3, vraag 1,2,3

Slide 10 - Slide