Voorbereiding toets

Welkom DH4!
Vandaag:
Voorbereiding op de toets

Morgen:
Toets betogend schrijven deel 1
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom DH4!
Vandaag:
Voorbereiding op de toets

Morgen:
Toets betogend schrijven deel 1

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Inhoud
  • je kan in een geschreven tekst je mening duidelijk naar voren brengen
  • je kan in een geschreven tekst een duidelijke aanleiding van je mening beschrijven
  • je kan in een geschreven tekst je mening goed en uitgebreid onderbouwen met argumenten
  • je kan je geschreven tekst goed inleiden en afsluiten

Vorm
  • je kan in je geschreven tekst gebruik maken van aantrekkelijk taalgebruik
  • je kan in je geschreven tekst laten zien dat je de Nederlandse spelling beheerst
  • je kan in je geschreven tekst laten zien dat je goed kan formuleren


Slide 2 - Slide

Lesopdracht: studiefinanciering of sociaal leenstelsel?
Hoe pak je dit goed aan?






Slide 3 - Slide

Inleiding
1. In je inleiding geef je aan waar je op reageert: de krant waarin het artikel is verschenen, de titel van het artikel óf de naam van de schrijver van het artikel en de datum waarop het artikel is verschenen.
 
2. Vervolgens geef je aan of je het eens of oneens bent met de schrijver van het artikel.

Slide 4 - Slide

Inleiding
'Op 6 juni 2012 maakten Bram Dirkx en Nikie van Thiel duidelijk dat zij geen voorstander waren van studiefinanciering. Volgens hen zijn er twee redenen waarom het sociale leenstelsel beter is dan het hedendaags benuttigde systeem van studiefinanciering en subsidies. Dit artikel is te vinden in de Volkskrant. Echter ben ik het niet eens met hun standpunt. In mijn opinie is studiefinanciering vele malen efficiënter dan het sociale leenstelsel. '

'In een artikel van de Volkskrant schrijft de LSVB op 6 juni 2012: 'Er zijn twee redenen waarom het sociale leenstelsel beter is dan het huidige systeem van studiefinanciering’. Ik ben het eens met de LSVb; ik vind dat het sociale leenstelsel terug moet keren.'


Slide 5 - Slide

Middenstuk
3. Daarna schrijf je een alinea waarin je je eerste argument noemt en uitgebreid uitlegt.
 
4. Dan schrijf je een alinea waarin je je tweede argument noemt en uitgebreid uitlegt.

Let op!
Gebruik signaalwoorden. Zorg voor twee verschillende argumenten.

Slide 6 - Slide

Hoe schrijf je nou een sterk argument?

Slide 7 - Slide

Extra oefenen met uitleg en onderbouwen van sterke argumenten? Zie Classroom

Slide 8 - Slide

Slot
5. Tot slot schrijf je een slot waarin je je mening herhaalt en terugkomt op je inleiding.

Gebruik signaalwoorden.

Slide 9 - Slide

Slot
'Kortom, ik ben het eens met de LSVb. Het sociale leenstelsel zou voor meer verantwoordelijkheid en serieuze studenten zorgen. Ook kan de overheid door het sociale leenstelsel meer geld investeren in het onderwijs, hierdoor zouden we het onderwijs enorm verbeteren en uitbreiden.

'Dus het lenen van geld voor je studiefinanciering moet afgeschaft worden. Studenten zijn zich niet bewust van wat voor gevolgen dit voor hen kan zijn, maar al helemaal niet voor hun toekomst. Het lenen van geld levert druk en stress op, wat weer gevolgen heeft op de resultaten op school. Studenten moeten kunnen studeren, zonder na te denken over schulden, en over de nadelen later in de toekomst.'

Slide 10 - Slide

Eisen ingezonden brief
  • In je inleiding geef je aan waarop je reageert: noem titel van het artikel en/of de naam van de schrijver. Noem de datum wanneer het artikel heeft geschreven en de krant waarin het is verschenen.
  • Geef ook in je inleiding aan of je het eens of oneens bent met de schrijver.
  • Onderbouw je mening met twee argumenten.
  • Schrijf per argument een alinea: Noem het argument, leg het uit en werk het uit met een voorbeeld.
  • In je slot herhaal je je mening en kom je terug op je inleiding.
  • Je gebruikt rond de 300-400 woorden.

Slide 11 - Slide

Extra voorbeelden
Zie Classroom

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De volgende les 
Toets betogende schrijven deel 1

Zorg dat je een arceerstift en pen bij je hebt.

Iedereen krijgt een bundel artikelen, waaruit je één tekst kiest waarop je wilt reageren. Deze ga je analyseren (standpunt + argumenten).

In de les van de toets krijg je jouw geanalyseerde tekst terug en kun je een betogende reactie daarop schrijven.

Slide 14 - Slide