Waarneming en gedrag

Waarneming en gedrag


hst 2
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Waarneming en gedrag


hst 2

Slide 1 - Slide

het zintuigstelsel
leerdoel: je kan de werking van zintuigen beschrijven en de relatie van het zintuigstelsel met het zenuwstelsel beschrijven.

Slide 2 - Slide

Basisstof 1
Interne en externe prikkels
Receptoren
prikkeldrempel
Adequate prikkels

Slide 3 - Slide

proprioreceptor
nemen verandering van lichaamshouding waar 

vb spierspoeltjes

Slide 4 - Slide

Receptoren

  • Mechanische receptoren
  • Chemische receptoren
  • Temperatuurreceptoren
  • Pijnreceptoren
  • Lichtreceptoren

Slide 5 - Slide

mechanische receptoren
reageren op mechanische energie, aanraking, druk, beweging en geluid

vb gehoor en evenwichtsreceptoren
tast en drukreceptoren

Slide 6 - Slide

Het evenwichtsorgaan

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Chemische receptoren
reageren op moleculen 

vb smaak en reukreceptoren

Slide 9 - Slide

Het reukzintuig
Bedekt met neusslijmvlies
Boven in de neusholte de reukzintuigcellen met reukharen
Geur is de prikkel

Slide 10 - Slide

Smaakzintuigen
  • Vijf smaakzintuigen
    1. Zoet
    2. Zout
    3. Bitter 
    4. Zuur
    5. Umami (hartig)

    Slide 11 - Slide

    temperatuurreceptoren
    reageren op veranderingen in temperatuur

    Slide 12 - Slide

    Temperatuurreceptor
    • Liggen in de huid

    • Reageren waarneer de temperatuur onder of boven de normwaarde van 37 graden komt.

    Slide 13 - Slide

    Pijnreceptoren
    reageren op extreme druk, temperatuur of stoffen die vrijkomen bij beschadiging

    Slide 14 - Slide

    Slide 15 - Slide

    lichtreceptoren
    reageren op zichtbaar licht

    Slide 16 - Slide

    Soorten receptoren
    Lichtreceptoren (foto): 

    • Prikkel = zichtbaar licht
    • Bij mens in oog



    Slide 17 - Slide

    Basisstof 2
    Het oog
    Accomoderen, bijziend en verziend
    Pupilreflex
    Diepte zien

    Slide 18 - Slide

    Slide 19 - Video

    Het oog
    • Straalvormig lichaam  en lens zorgen dat scherp beeld ontstaat op netvlies
    • Lichtreceptoren (staafjes en kegeltjes) in netvlies
    • Scherpste beeld op gele vlek
    • Beeld omgekeerd en verkleind
    • Oogzenuw verlaat oog bij blinde vlek

    Slide 20 - Slide

    Accomoderen

    Slide 21 - Slide

    Verziend en bijziend
    • Hoornvlies en ooglens breken licht
    • Bolle lenzen convergeren licht, holle lenzen divergeren licht

    Slide 22 - Slide

    Pupilreflex

    Slide 23 - Slide

    Staafjes en kegeltjes
    Pigmenten

    Slide 24 - Slide

    Slide 25 - Slide

    * Lage prikkeldrempel
    * Weinig detail

    Slide 26 - Slide

    Slide 27 - Slide

    Slide 28 - Slide

    verdeling
    staafjes en kegeltjes
    over het netvlies
    vlekken

    Slide 29 - Slide

    Blinde vlek           Gele vlek

    Slide 30 - Slide

    Gele vlek
    Plek in het netvlies waar alleen kegeltjes liggen. Elk kegeltje is verbonden met een eigen zenuwcel, beeld is daardoor heel scherp.
    Blinde vlek
    Plek waar de uitlopers van de zenuwcellen door het netvlies gaan. Op die plek zitten dus geen zintuigcellen. Beeld dat daarop valt wordt niet geregistreed.

    Slide 31 - Slide

    De bouw van het netvlies

    Slide 32 - Slide

    Hiernaast is een deel van een netvlies weergegeven. Van welke kant valt het licht op het netvlies?
    A
    Van boven en raakt eerst staafjes en kegeltjes
    B
    Van onder en raakt eerst gevoelszenuwcellen
    C
    Van links
    D
    Van rechts

    Slide 33 - Quiz

    Wanneer er geel licht (580nmn zie vorige dia) op de kegeltjes valt, welke kegeltjes reageren dan?
    A
    Alleen de kegeltjes voor geel
    B
    De kegeltjes voor blauw en die voor groen
    C
    De kegeltjes voor rood en de kegeltjes voor groen
    D
    Alleen de kegeltjes voor groen, maar een klein beetje

    Slide 34 - Quiz

    Octopussen hebben geen blinde vlek!

    Slide 35 - Slide

    Donkeradaptatie
    In eerste instantie is de prikkeldrempel van lichtreceptoren voor prikkels hoog. In het donker zie je eerst niets.
    Na een tijdje daalt de prikkeldrempel en kun je weer zien: donkeradaptatie (donkeraanpassing).
    Minimale prikkeldrempel na een half uur.
    Gevoeligheid van staafjes voor blauwgroen licht veel hoger dan bij kegeltjes.

    Slide 36 - Slide

    Diepte zien

    Slide 37 - Slide

    Slide 38 - Video

    Slide 39 - Video

    Linksonder:
    Rood kleurenblinde


    Rechtsonder:
    Groen kleurenblinde

    Slide 40 - Slide

    Kleurenblind

    Slide 41 - Slide

    Kleurenblind

    Slide 42 - Slide

    Kleurenblindheid

    Slide 43 - Slide

    Slide 44 - Video