Vrede met God ontvangen door je te houden aan de wet, ook wanneer je land bezet wordt.
Saduceeën
Een zelfstandig land, maar niet in opstand komen tegen de Romeinen, maar samenwerken.
Zeloten
Geen overeenkomst sluiten met de bezetter. Volksgenoten bestrijden die heulen met de vijand.
Herodianen
De familie Herodes steunen.
Slide 8 - Slide
Antwoorden
3. De vrede in het Romeinse Rijk bewaren, door hard op te treden tegen volken die het gezag van de keizer te Rome niet willen erkennen.
4. Jezus geeft echte vrede in je hart. Doordat Hij het op orde maakt tussen jou en God. Vrede ontvang door niet zelf allerlei regels te volgen, maar door geloof in Jezus.
Slide 9 - Slide
Antwoorden
5. Oorgetuige: iemand die over een belangrijke gebeurtenis heeft horen vertellen.
Ooggetuige: iemand die iets heeft zien gebeuren.
6. Namen van de 12 discipelen:
Simon Petrus / Jakobus / Johannes / Andreas / Filippus / Bartolomeüs / Matteüs / Tomas / Jakobus (Alfeüs) / Taddeüs / Simon Kananeüs / Judas Iskariot (Marcus 3:16-18)
Slide 10 - Slide
Zekerheidsscore
Plaats voor ieder antwoord een ! die je verkeerd had begrepen en/of beantwoord.
Slide 11 - Slide
Instructie
Slide 12 - Slide
Wat is het goede nieuws?!
Leerdoelen: Wat is de inhoud van het evangelie?
Wie is Jezus?
Om het goede nieuws te leren kennen heb je vier dingen nodig:
1. Kennis over het Oude Testament en Jezus.
2. Kennis over de tijd waarin Jezus leefde?
3. Kennis over wie Jezus was/is?
4. Kennis over wat Jezus heeft gedaan?
Slide 13 - Slide
Jezus en het Oude Testament
Lesdoel:
Je kan uitleggen dat Jezus leven voorzegt en verbonden is met de verhalen uit het Oude Testament
Opdracht:
Je krijgt twee minuten om aan elkaar het volgende plaatje uit te leggen.
Slide 14 - Slide
timer
2:00
Slide 15 - Slide
Jezus en het Oude Testament
Lesdoel:
Je kan uitleggen dat Jezus leven voorzegt en verbonden is met de verhalen uit het Oude Testament
Opdracht:
Je krijgt twee minuten om aan elkaar
de volgende tekst met plaatje uit te leggen.
Slide 16 - Slide
Jezus komst voorzegt in:
Genesis 3:15
Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw,
tussen jouw nageslacht en het hare,
zij verbrijzelen je kop,
jij bijt hen in de hiel.'
timer
2:00
Slide 17 - Slide
Jezus en het Oude Testament
Lesdoel:
Je kan uitleggen dat Jezus leven voorzegt en verbonden is met de verhalen uit het Oude Testament
Het Oude Testament is het venster op het Nieuwe Testament, met Jezus als belangrijkste figuur.
In hoofdstuk 3 wordt dit verder uitgewerkt.
Slide 18 - Slide
Beeld van Jezus: volgens Matteüs
Lesdoel:
Je kan uitleggen wie Jezus is volgens het evangelie naar Matteüs 16
Vier evangeliën, vier schrijvers:
Matteüs, Marcus, Lucas, Johannes
Zij beschrijven het leven en werk van Jezus.
Wie is Jezus volgens Matteus?
Slide 19 - Slide
Wie is Jezus?
Je krijgt een vraag te zien en bedenktijd
Voorwaarde: Je bent stil
Je hoort 3,2,1, STEM!
Stem met je vingers
Licht je antwoord toe
Opnieuw stemmen
Slide 20 - Slide
Wie is Jezus volgens Simon Petrus zoals Matteüs 16 dit beschrijft?
A
Één van de profeten
B
Johannes de Doper
C
De Messias
D
Zoon van de levende God
Slide 21 - Quiz
Vier evangelisten
Slide 22 - Slide
Waarom zijn er vier evangeliën?
Van het leven van Jezus zijn mensen oor-en ooggetuigen geweest. De verhalen van de mensen zijn opgeschreven in de vier evangeliën. Ieder evangelie had verschillende lezers.
Matteus: Joodse lezers
Marcus: christenen in Rome
Lucas: een Romein Theofilus
Johannes: christenen in Klein-Azië
Slide 23 - Slide
Klassikale leesopdracht
We lezen samen uit module Evangeliën:
D. Waarom vier evangeliën?
E. Oor- en ooggetuigen
blz. 12
Slide 24 - Slide
Instructie
Wat?
Hoe?
Hulp?
Tijd?
Uitkomst?
Klaar?
Oog- en oorgetuige
Opdracht 1.12 + 1.13 maken
Vragen beantwoorden in je schrift, door vragen en tabel over te nemen
(in overleg Word-document)
Module Evangeliën, medeleerling
25 minuten
Bewaren, als voorbereiding op de toets
Verdiepingsopdracht 1.14 maken
timer
25:00
Slide 25 - Slide
Afsluiting
van de les
Slide 26 - Slide
Huiswerk (SOM?)
Opdracht .
Je hebt in je schrift beantwoord:
1. Waarom er vier evangeliën zijn?
2. Wie de lezers zijn van elk evangelie?
3. Wat de bedoeling van ieder evangelie is?
Nodig:
Module Evangeliën, blz. 12 + 14
Slide 27 - Slide
Exit Ticket
Slide 28 - Slide
Opdracht
1. Schrijf de namen van de vier evangeliën op.
2. Schrijf de vier groeperingen die in de tijd van Jezus bestonden.
3. Schrijf minimaal drie namen van discipelen van Jezus op?
4. Welk cijfer geef je jezelf over je werkhouding tijdens de les (score 1 -10)?
Slide 29 - Slide
Exit Ticket
Inleveren
- antwoordenbladen
- vaardighedenboeken
Slide 30 - Slide
Afsluitend
Pak je tas in,
wacht tot de bel is gegaan.
Slide 31 - Slide
Terugblik (1)
Je krijgt 2 minuten om een woordweb te maken waarin je: