2hv Les 2 20-04
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 11 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Le mercredi 10 mai
Slide 2 - Slide
Plan du cours
1. Les buts du cours
2. Réviser la grammaire unité 5
3. Oefentoets maken/ aftekenen
4. Introduction unité 6 + regarder vlog
5. Heb je de doelen behaald?
Slide 3 - Slide
1. Les buts du cours
Kennis
-Je kan het werkwoord "zien" vervoegen.
-Je kan iets/iemand aanwijzen (ce, cet, cette, ces).
-Je kent de rangtelwoorden.
Slide 4 - Slide
2a. Grammaire I: "Voir" = zien
Je vois Ik zie
Tu vois Je ziet
Il/elle/on voit Hij/zij/men ziet
Nous voyons Wij zien
Vous voyez Jullie zien/ U ziet
Ils/elles voient Zij zien (m/v)
Passé composé: hulpwerkwoord "avoir"vervoegen + vu.
Slide 5 - Slide
2b. Het aanwijzend voornaamwoord
Kijk naar de zinnen. Wanneer gebruik je ce, cette, cet, en ces?
Cette fille est intelligente. Dit/ dat meisje is slim.
Cet homme vit à Paris. Deze/ die man woont in Parijs.
Cet élève est calme. Deze/die leerling is rustig.
Ces hommes sont Anglais. Deze/ die mannen zijn Engels.
Slide 6 - Slide
2b. Het aanwijzend voornaamwoord
Mannelijk enkelvoud
Vrouwelijk enkelvoud
Mannelijk enkelvoud klinker/h
Meervoud
ce
cette
cet
ces
Slide 7 - Slide
2c. De rangtelwoorden
Je kent de rangtelwoorden in het Frans.
tweede: deuxième of second zevende: septième
derde: troisième achtste: huitième
vierde: quatrième negende: neuvième
vijde: cinquième tiende: dixième
Slide 8 - Slide
Les buts du cours
Kennis
-Je kan het werkwoord "zien" vervoegen.
-Je kan iets/iemand aanwijzen (ce, cet, cette, ces).
-Je kent de rangtelwoorden.
Slide 9 - Slide
3. Introduction unité 6
Le thème: Les émotions
Toets unité 6: Luistervaardigheid in 4.9
Les buts:
-De werkwoorden op -ir (rougir),
-De onvoltooid verleden tijd (imparfait),
-De signaalwoorden.
Je kunt gesprekken en chansons begrijpen over gevoelens.
Slide 10 - Slide
4. Quizlet apprendre unité 5
Prends ton ordinateur ou ton téléphone.
Participe au quiz !
