This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Kleuren
Slide 1 - Slide
Waarmee bepaal je de kleurhoogte van de natuurkleur van een klant?
A
Met de natuurserie op de kleurenkaart
B
met de kleurkarakters op de kleurenkaart
C
met het percentage grijs/witte haren
Slide 2 - Quiz
Wat kun je met de kleurenkaart vaststellen?
A
De kleurhoogte en het kleurkarakter
B
De kleurhoogte en het kleurproduct
C
het kleur product en het kleurkarakter
Slide 3 - Quiz
De haarkleur van een klant is te rood uitgevallen. Hoe kan de rode kleur afgezwakt worden?
A
Door een matte kleur te gebruiken
B
Door een beige kleur te gebruiken
C
Door een zilverkleur te gebruiken
Slide 4 - Quiz
klant met natuurkleur : donkerblond(6N) Grijspercentage: contouren 60%, nekpartij 20%
Wens klant: Natuurlijke kleurhoogte behouden.
Je wilt het grijspercentage aan de voorpartij verminderen en meer in evenwicht brengen met de nekpartij.
A
Blonde highlights in de donkere haarpartij aanbrengen
B
Donkerblonde lowlights aanbrengen in de meest grijze haarpartijen.
C
Een uitwasbare donkerblonde kleurversteviging op de donkerste haarpartijen aanbrengen
Slide 5 - Quiz
Wanneer je zeer poreus haar gaat kleuren dan kan de kleur te....
A
Donker worden
B
Licht blijven
C
Rood worden
Slide 6 - Quiz
Klantgegevens: Haardikte 0,06mm Natuurlijke haarkleur: N6 Kleurtechniek: highlights Wens klant: Wil het gehele haar terug naar haar natuurkleur 6N gekleurd hebben.
Welk van onderstaand kleurrecept zou je toepassen?
A
Highlights voorpigmenteren met mengkleur geel, dan kleuren met de 5N
B
Highlights voorpigmenteren met mengkleur oranje , dan kleuren met 6N
C
Highlights voorpigmenteren met een bruintint, dan kleuren met 6N
klantgegevens: Mevrouw heeft poreus haar met een uitgroei op kleurhoogte 6 Lengte en punten zitten op kleurhoogte 8 G
Wens van de klant: uitgroei bijwerken.
Hoe behandel je de uitgroei?
A
Uitgroei ontkleuren met 6%, daarna inkleuren met 8G +3%
B
Uitgroei inzetten met 8G + 9%
C
Uitgroei inzetten met N9 + 2 cm mengkleur blauw+ 9%
Slide 9 - Quiz
Wat is juist? 1.Warmte versnelt het kleurproces waardoor de inwerktijd korter wordt. 2. Door warmte zwelt het haar op waardoor het gevoeliger/poreuzer wordt.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
1 en 2 zijn juist
Slide 10 - Quiz
Wanneer moet je het haar voorbehandelen met een roodspoeling?
A
Wanneer het haar donkerder moet worden als de natuurlijke haarkleur
B
Wanneer ontkleurd haar terug gekleurd moet worden naar de natuurkleur
C
Wanneer matblond gekleurd haar terug gekleurd moet worden naar de natuurkleur
Slide 11 - Quiz
Welke opbrengtechniek pas je toe bij een roodkleuring?
A
Eerst de aanzetten, daarna lengte en punten
B
Lengte en punten in 1 keer opzetten
C
Eerst de lengte en punten opzetten, daarna de aanzetten
Slide 12 - Quiz
Mevrouw Jansen wil haar korte haar voor het eerst kleuren met een natuurkleur 7N
Hoe breng je het kleurproduct aan?
A
Haarlengte en punten in 1 keer opzetten
B
eerst aanzet inzetten na 15 min doorkammen
C
Lengte en punten eerst , na 15 min de aanzet
Slide 13 - Quiz
Hoe zet je een niet oxidatieve haarkleuring op bij een klant?
A
Het hele haar in 1 keer opzetten.
B
Eerst de lengte dan de punten, daarna aanzetten
C
eerst aanzet , daarna lengte en punten
Slide 14 - Quiz
Wat is de werking van een reductiemiddel op het haar?
A
Zorgt voor een betere hechting van het kleurproduct
B
Verwijdert kunstmatige kleurpigmenten uit het haar
C
Verheldert kunstmatige kleurpigmenten in het haat
Slide 15 - Quiz
Mevrouw Pieterse heeft lichtblond haar (N8) en wil graag gekleurd worden in een kopertint. Zij heeft een grijspercentage van 50%
Waarmee meng je de gekozen kopertint om het haar grijsdekkend te maken?
A
N9
B
N8
C
N7
Slide 16 - Quiz
Op welke haarkleur heeft een 7K het beste effect?
A
Op asblond haar 7A
B
Op middelblond haar N7
C
Op midden mattblond haar 7M
Slide 17 - Quiz
Waarvoor kan een kleurversteviger gebruikt worden?
A
Om de natuurlijke haarkleur op te frissen
B
Om de natuurlijke haarkleur donkerder te kleuren.
C
Om de natuurlijke haarkleur lichter te kleuren
Slide 18 - Quiz
Een kleurspoeling heeft een grijsdekking van ongeveer......
A
30%
B
50%
C
75%
Slide 19 - Quiz
Met welk kleurproduct kan je maximaal 4 tinten lichter kleuren?
A
Lichterkleurserie
B
ontkleuring
C
semi-permanente kleuring
Slide 20 - Quiz
Waarvan is de kleurhoogte van een kleurproduct in een tube afhankelijk?
A
Hoeveelheid pigmenten
B
concentratie waterstofperoxide
C
verloop van het oxidatieproces
Slide 21 - Quiz
Mevrouw Zijlstra heeft een uitgroei 6N en is 10% grijs Zij wil graag haar uitgroei gekleurd hebben op kleurhoogte N8
Welk percentage waterstofperoxide gebruik je?
A
6%
B
9%
C
12%
Slide 22 - Quiz
Welke functie heeft een nabehandelings product?
A
Kleurstofdeeltjes ontwikkelen en doorkambaarheid verbeteren
B
kleurstofdeeltjes ontwikkelen en na-oxidatie voorkomen.
C
Doorkambaarheid verbteren en na-oxidatie voorkomen
Slide 23 - Quiz
Welke producten kun je het beste adviseren wanneer je een klant gekleurd hebt in een 6R
A
shampoo voor gekleurd haar
B
shampoo tegen droog en poreus haar
C
schampoo tegen ver haar
Slide 24 - Quiz
Hoe kun je het eindresultaat van een kleurbehandeling het best controleren?
A
Door de kleur in het gedroogde haar in daglicht te bekijken
B
Door de kleur na het uitspoelen in nat haar te controleren
C
Door wat kleurproduct van het haar te schrapen tijdens het kleuren
Slide 25 - Quiz
wat wordt er gedaan als de posetijd van de kleuring verstreken is? 1.Opbrengen van een nabehandelingsproduct. 2. Spoelen met warm water 3.Wassen met een licht zure schampoo