What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Samenvatting H6
Wees voorbereid voor de les:
Log in op LessonUp
Sla je boek open op H6
Pak pen en papier
WELKOM KLAS 3 VWO
Aardrijkskunde
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wees voorbereid voor de les:
Log in op LessonUp
Sla je boek open op H6
Pak pen en papier
WELKOM KLAS 3 VWO
Aardrijkskunde
Slide 1 - Slide
Lesprogramma herhalingsweek
Fysiek les
Online les
Klassikaal samenvatting van de stof
Opties:
- Oefenen met begrippen op Quizlet
- Op Learnbeat oefentoets maken
V3B
Klik
hier
voor de quizlet link!
Slide 2 - Slide
Lesprogramma herhalingsweek
Hybride les
Online les
Klassikaal samenvatting van de stof
Tijd voor PO / zelfstandig leren voor PTO
V3A
Online groep: Log in en doe mee via LessonUp. Niet meegedaan = afwezig
Slide 3 - Slide
Per paragraaf korte samenvatting
Na elke paragraaf wat oefenvragen via LessonUp
Lesprogramma herhalingsweek
Zorg dus dat je bent ingelogd op LessonUp en je een schrift hebt om aantekeningen te maken!
Slide 4 - Slide
6.1 Dynamiek op de wadden
De natuurkracht in het waddengebied = water en wind
Elke dag
2x eb
2x vloed
(
getij
)
Slide 5 - Slide
Zeegaten
(Gat tussen eilanden)
geulen
(altijd gevuld met water)
Wadplaten
(vallen bij eb droog)
Wantij
(waar je kan wadlopen)
De Waddenzee = ondiepe binnenzee
Slide 6 - Slide
Zandbanken
(op de kop en de staart)
Duinen
(Noordzee kant)
Kwelder
(waddenzee kant, begroeid)
Slenk
(water in een kwelder)
Waddeneiland
Kop
Staart
Slide 7 - Slide
Welk woord hoort bij deze definitie: De dagelijkse beweging van opkomend (vloed) en afgaand (eb) water.
A
Getij
B
Springtij
C
Zeegat
D
Wantij
Slide 8 - Quiz
De plek waar je gaat wadlopen heet:
A
Wadplaat
B
Springtij
C
Zeegat
D
Wantij
Slide 9 - Quiz
Bekijk de bron. Welke namen horenbij 1, 2 en 3
A
1 = Zeegeul, 2 = geul, 3 = wantij
B
1 = Noordzee, 2 = zeegat, 3 = waddenzee
C
1 = Zeegat, 2 = geul, 3 = kwelder
D
1 = Zeegat, 2 = geul, 3 = wantij
Slide 10 - Quiz
Pleistoceen
= 2.6 miljoen jaar geleden
Afwisseling van
glacialen
en
interglacialen
.
6.2 Sporen uit de ijstijd
Neerslag viel als
sneeuw
.
Water werd als
landijs
vastgehouden.
De
Noordzee viel droog
.
Gletsjers
in Scandinavië werden groter
Slide 11 - Slide
Tijdens het pleistoceen
vlechtende rivieren
Deze rivieren gingen richting het noorden van NL (waddengebied)
Veel verschil in
regiem
(hoeveel water de rivier afvoert)
Zomer = smeltwater, winter = water bevroren.
Slide 12 - Slide
Saale-IJstijd
Voorlaatste ijstijd
Noordelijke helft NL
bedekt met ijs
HUN-lijn
Slide 13 - Slide
Saale-IJstijd
1e fase:
Keileem
= laag zand, klei en steen verpulverd door ijs
Keileemkop
= keileem dat opgedrukt is tot een lage heuvel
2e fase:
HUN-lijn
IJs drukte het rivierzand en grind omhoog tot
stuwwallen
.
Slide 14 - Slide
Weichsel-IJstijd
IJs bereikt NL niet
Noordzee viel droog en Nederland veranderde in een poolwoestijn.
Wind blies zand van de kale (zee)bodem weg over NL heen.
Dekzand
Löss
= fijnere deeltjes kwamen verder land in.
Slide 15 - Slide
Zet de namen op de goede plek
Saalien
Weichselien
Slide 16 - Drag question
De eerste fase van de Saale-ijstijd zorgde voor:
A
Stuwwallen
B
Veen
C
Keileemkoppen
D
Tongbekkens
Slide 17 - Quiz
De tweede fase van de Saale-ijstijd zorgde voor:
A
Stuwwallen
B
Keileem als bodem
C
Keileemkoppen
D
Veen
Slide 18 - Quiz
In de Weichsel-ijstijd...
A
Bereikte het ijs Nederland.
B
Ontstonden er gletsjers in het noorden van Nederland
C
Was het wel koud maar bereikte het ijs NL niet.
D
Was de hele Noordzee bedenkt met ijs
Slide 19 - Quiz
Holoceen
= 12.000 jaar geleden (huidige geologische periode)
Klimaat warmde op en landijs smolt --> stijgende zeespiegel
Relatieve zeespiegelstijging
Absolute = landijs smelt, meer water in zee
Relatieve = bovenstaande + wip effect (bodemdaling)
6.3 De wadden in het Holoceen
Slide 20 - Slide
Zeespiegelstijging in Holoceen
Zorgt voor stijging van
grondwaterpeil
Ontstaan van een moerassig gebied met
veenvorming
Slide 21 - Slide
Zeespiegel stijgt minder snel
Er ontstaan
strandwallen
(zand dat boven zee uitsteekt)
Strandwallen werden onderbroken door
zeegaten
.
Achter de strandwallen bij vloed water, bij eb droog.
NL was 1 groot waddengebied
Slide 22 - Slide
Zeespiegel stijgt nog langzamer
Strandwallen groeien dicht de
kustlijn
schoof naar het westen
Slide 23 - Slide
Stukken in Noord- en Zuid NL weggeslagen door zee
Zeewater kwam binnen en liet
zeeklei
achter
Terpen
Slide 24 - Slide
In welke periode warmde het klimaat op?
A
Pleistoceen
B
Holoceen
Slide 25 - Quiz
Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte
C
De absolute zeespiegelstijging én de bodemdaling
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging
Slide 26 - Quiz
Welk woord hoort bij deze defintie: Grondsoort die bestaat uit (half) vergane platnenresten?
A
Zeeklei
B
Veen
C
Dekzand
D
Löss
Slide 27 - Quiz
Door natuurkrachten bijzondere flora en fauna (
biodiversiteit
)
Al het leven vormt met elkaar een
voedselkringloop
De wisselwerking tussen levende wezens en de bodem, water en de lucht =
ecosysteem
6.4 Ruimtegebruik in het waddengebied
De mooie natuur brengt veel toeristen...
Slide 28 - Slide
Gaat
natuur
en
toeristen
samen?
Welke twee maatregelen voor
duurzaam toerisme
hebben we behandeld tijdens de les?
Toeristen spreiden over
tijd
en
ruimte
.
Verschillende
belangen
voor gebied:
Natuur, delfstoffen, toerisme...
Slide 29 - Slide
Welk begrip hoort erbij?
Aandacht voor de belangen van de eilanders én de natuur.
A
Duurzaam toerisme
B
Voedselkrinloog
C
Massatoerisme
D
Ruimtegebruik
Slide 30 - Quiz
Welk begrip hoort erbij?
Het toerisme is geconcentreerd in Oost-Vlieland; het westen van het eiland is rustig.
A
Biodiversiteit
B
Seizoenswerk
C
Massatoerisme
D
Zonering
Slide 31 - Quiz
Welk begrip hoort erbij?
Toerisme waarbij heel veel toeristen op dezelfde plek verblijven.
A
Toeristenindustrie
B
Seizoenswerk
C
Massatoerisme
D
Zonering
Slide 32 - Quiz
Gaat
natuur
en
delfstofwinning
samen?
6.5
Natuur gas- en zoutwinning
Slide 33 - Slide
waddenzee heeft
zandhonger
bij vloed komt er meer zand binnen dan dat er bij eb wordt afgevoerd.
Zeebodem wordt niet ondieper door
natuurlijke bodemdaling
Vloed = hoog water
sedimentatie van zand in de waddenzee
Slide 34 - Slide
MAAR
extra bodemdaling in het gebied...
...door delfstoffenwinning!
Delfstoffen
zijn grond- en brandstoffen die je uit de aarde haalt, zoals olie en zout.
Slide 35 - Slide
Wat is GEEN delfstof?
A
Aardgas
B
Melk
C
Ijzererts
D
Zout
Slide 36 - Quiz
Een voordeel van aardgaswinning voor NL is...
Slide 37 - Mind map
Wat is GEEN gevolg van aardgas- en zoutwinning voor het waddengebied?
A
Daling van de bodem
B
Aardbevingen
C
Verlies biodiversiteit
D
zandsuppletie
Slide 38 - Quiz
Gebruik de resterende tijd om te
leren voor het PTO!
Slide 39 - Slide
More lessons like this
Samenvatting H6
March 2021
- Lesson with
32 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
6.5 Delfstoffenwinning in het waddengebied
March 2021
- Lesson with
19 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Het waddengebied 1.6
September 2022
- Lesson with
27 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H6: Natuurkrachten in Nederland
May 2020
- Lesson with
36 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H6: Natuurkrachten in Nederland
February 2020
- Lesson with
47 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
6.5 Het Nederlandse waddengebied
February 2024
- Lesson with
30 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Sporen uit de ijstijd P2 2023
March 2021
- Lesson with
23 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
vwo 4 De Nederlandse kust par. 1.1
October 2024
- Lesson with
28 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4