H.1 Taalverzorging/ Spelling :Zinnen voorzien van leestekens
Taalverzorging Spelling
Leestekens gebruiken (blz. 32)
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4
This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Taalverzorging Spelling
Leestekens gebruiken (blz. 32)
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je weet hoe je een punt, komma, vraagteken, uitroepteken en dubbele punt moet gebruiken.
Je weet wat een citaat is, hoe je moet citeren.
Je weet hoe je aanhalingstekens moet gebruiken bij een citaat.
Je laat zien dat je een punt, komma, vraagteken, uitroepteken, dubbele punt en aanhalingstekens op de juiste manier kunt gebruiken.
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
- Je weet wanneer je een hoofdletter(s) in een zin moet gebruiken
- Je weet wanneer je een leesteken(s) in een zin moet gebruiken
Slide 3 - Slide
Wat is het nut van hoofdletters en leestekens in een tekst?
Slide 4 - Open question
Een ander woord voor het gebruik van leestekens is
A
punctueel
B
interpunctie
C
pedicure
D
publicatie
Slide 5 - Quiz
Even oefenen
Wat weet je nog van leestekens en hoofdletters?
Verbeter de volgende zinnen:
Slide 6 - Slide
hij zei alles is gelogen
Slide 7 - Slide
Hij zei: 'Alles is gelogen.'
Slide 8 - Slide
dit is een citaat zei hij
Slide 9 - Slide
'Dit is een citaat', zei hij.
Slide 10 - Slide
dit is zei hij een citaat
Slide 11 - Slide
'Dit is', zei hij, 'een citaat.'
Slide 12 - Slide
volgens meneer rutte kunnen de scholen best open blijven
Slide 13 - Slide
Volgens meneer Rutte kunnen de scholen best open blijven.
Slide 14 - Slide
naomi roept door de klas nu ben ik het een keer met je eens
Slide 15 - Slide
Naomi roept door de klas:'Nu ben ik het een keer met je eens.'
Slide 16 - Slide
nicky vraagt wat is het rivm
Slide 17 - Slide
Nicky vraagt:'Wat is het RIVM?'
Slide 18 - Slide
kom jij van een andere planeet vraagt damon
Slide 19 - Slide
'Kom jij van een andere planeet?', vraagt Damon.
Slide 20 - Slide
valeries hobby's zijn hardlopen tennis en gitaar spelen
Slide 21 - Slide
Valeries hobby's zijn hardlopen, tennis en gitaar spelen.
Slide 22 - Slide
wij gaan naar de vs op vakantie omdat mijn vader amerikaans is
Slide 23 - Slide
Wij gaan naar de VS op vakantie, omdat mijn vader Amerikaans is.
Slide 24 - Slide
Aan de slag (20 min)
H1 - Taalverzorging op blz. 32
Lezen: theorie leestekens
Maken: opdracht 1, 2, 3 ,4 en 6
Klaar?
Huiswerk ander vak/ boek lezen
Slide 25 - Slide
Antwoorden
Opdracht 1
1 In België worden drie talen gesproken: Nederlands, Frans en Duits.
2 Hoewel we op tijd vertrokken zijn, kwamen we net op tijd op Schiphol aan.
3 De straat is afgezet, want door de storm is een boom omgewaaid.
4 Jimmy, hoeveel fouten mag je eigenlijk hebben in je theorie-examen?
Slide 26 - Slide
Antwoorden
Opdracht 2
1 De zanger vertelde: ’Vanavond treed ik op in Rotterdam en morgen in Berlijn.’
2 ’Zullen we volgend jaar naar Finland op vakantie gaan?’ vroeg mijn vader.
3 Jayden zei: ’Ik ben in Willemstad geboren, maar ik woon al tien jaar in Nederland.’
4 De douanier vroeg of we nog iets aan te geven hadden.
Slide 27 - Slide
Antwoorden
Opdracht 3
Lies in Ierland
Omdat Lies graag haar Engels wilde verbeteren, is ze tijdelijk naar Dublin verhuisd. Van tevoren vond ze het verschrikkelijk om Engels te praten, maar nu spreekt ze het vloeiend. Lies vertelt dat ze een supertijd heeft gehad. Ze zegt: ‘In dit halfjaar ontmoette ik mensen van verschillende nationaliteiten en dat heeft mijn horizon alleen maar verbreed.’ Volgens Lies biedt de stad van alles: musea, theaters en natuurlijk Ierse pubs. ‘Ik raad iedereen zo’n halfjaar in Ierland aan!’ roept ze enthousiast.
Slide 28 - Slide
Antwoorden
Opdracht 4
1 a ‘De tijgerkooi staat open!’ riep Jorn tegen de oppasser. / ‘De tijgerkooi stond open!’ riep Jorn tegen de oppasser.
b’De bal is toch echt uit’, deelde de scheidsrechter mee. / ’De bal was toch echt uit’, deelde de scheidsrechter mee.
2 a Jorn riep tegen de oppasser: ‘De tijgerkooi staat open!’ / Jorn riep tegen de oppasser: ‘De tijgerkooi stond open!’
b De scheidsrechter deelde mee: ’De bal is toch echt uit.’ / De scheidsrechter deelde mee: ’De bal was toch echt uit.’