4.1 Grammatica t/m D



4.1 Grammatica t/m D

1 Planning en agenda
2 Huiswerk nabespreken/controle
3 Samen maken 4.1 B Werkwoorden
4 Quizje


























m.marinus@singelland.nl


5 Zelfstandig werken 4.1 C
6 Pauze
7 Uitleg werkwoordelijk gezegde
8 Zelfstandig werken 4.1 D
7 Afsluiten met Plenda!



Welkom!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



4.1 Grammatica t/m D

1 Planning en agenda
2 Huiswerk nabespreken/controle
3 Samen maken 4.1 B Werkwoorden
4 Quizje


























m.marinus@singelland.nl


5 Zelfstandig werken 4.1 C
6 Pauze
7 Uitleg werkwoordelijk gezegde
8 Zelfstandig werken 4.1 D
7 Afsluiten met Plenda!



Welkom!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Aan de slag!
Maak de vragen van 4.1 B - samen maken


Vooruit werken? Ga lezen!

  • Overleggen mag (op fluistertoon).
  • Heb je een vraag, hand omhoog!
  • Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat/cloudwise met jullie mee
timer
20:00

Slide 3 - Slide

Wat zijn de werkwoordsvormen?
A
persoonsvorm, infinitief en voltooid deelwoord
B
zww, hww en kww
C
tegenwoordige, verleden, voltooide tijd

Slide 4 - Quiz

Wat is GEEN werkwoordsvorm?
A
zelfstandig naamwoord
B
persoonsvorm
C
infinitief
D
onderwerp

Slide 5 - Quiz

Is 'werd' een werkwoordsvorm?
A
nee
B
ja

Slide 6 - Quiz

Wat is de werkwoordsvorm?
Ik heb GEGLIMLACHT.
A
voltooid deelwoord
B
lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 7 - Quiz

Kijk naar de werkwoordsvormen. Is 'afspreken' een persoonsvorm of een andere werkwoordsvorm?

Wanneer zullen zij weer eens afspreken?

A
persoonsvorm
B
heel werkwoord/infinitief
C
voltooid deelwoord
D
voltooid deelwoord

Slide 8 - Quiz

Aan de slag!
Maak de vragen van 4.1 C


Vooruit werken? Ga lezen!

  • Overleggen mag (op fluistertoon).
  • Heb je een vraag, hand omhoog!
  • Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat/cloudwise met jullie mee
timer
20:00

Slide 9 - Slide

Pauze
    Pauze 

Slide 10 - Slide

Zinsontleden - het werkwoordelijk gezegde
Voorbeelden

Hij moest gister zijn huiswerk nog maken.
PV: Moest WWG: moest maken
Vanavond wordt er een leuk feestje gevierd.
PV: ... WWG: ...
Ben jij er ook bij?
PV: ... WWG: ...

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Aan de slag!
Maak de vragen van 4.1 D


Vooruit werken? Ga lezen!

  • Overleggen mag (op fluistertoon).
  • Heb je een vraag, hand omhoog!
  • Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat/cloudwise met jullie mee
timer
20:00

Slide 13 - Slide

Huiswerk:
Maak de vragen van 4.1 C en D

Slide 14 - Slide