HC DUI DC 2

Oefenvragen HC Duitsland in Europa
DC 2
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefenvragen HC Duitsland in Europa
DC 2

Slide 1 - Slide

Heimatvertriebenen zijn
A
oorlogsmisdadigers die niet meer gewenst zijn in Duitsland
B
Gevangengenomen Duitse soldaten uit bezette gebieden
C
Duitse nazi's die berecht werden voor hun oorlogsmisdaden
D
verdreven Duitsers uit Oost-Europa

Slide 2 - Quiz

Welke landen verdeelden Duitsland na WOII?
A
VS, SU, GB, Canada
B
VS, SU, GB
C
VS en SU
D
VS, SU, FA, GB

Slide 3 - Quiz

Welk woord hoort niet bij het begrip 'Vazalstaten'?
A
Satellietstaten
B
BRD
C
SU
D
Volksdemocratie

Slide 4 - Quiz

Welke begrippen horen bij de SU?
A
Vrijheid, totalitair, planeconomie, individu
B
Gelijkheid, totalitair, klasseloze samenleving, individu
C
Gelijkheid, totalitair, planeconomie, klasseloze samenleving
D
Vrijheid, klasseloze samenleving, planeconomie, parlement

Slide 5 - Quiz

Berlijn lag in de Westzone van Duitsland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wie waren 'de grote drie' tijdens de Conferentie van Jalta van febr. 1945?

Slide 7 - Open question

Welke bewering over het Marshallplan is NIET waar?
A
Deze had als doel handel met Europa te herstellen.
B
Deze had als doel communisme tegen te gaan
C
Deze had als doel de West-Europese landen helpen
D
Deze had als doel samenwerking binnen Europa te bevorderen

Slide 8 - Quiz

Wat was GEEN gevolg van het Marshallplan?


A
De armoede in West-Europa werd verminderd.
B
Het economisch herstel in Oost-Europa verliep voorspoedig.
C
De populariteit van het communisme in West-Europa werd afgeremd.
D
In het zich herstellende West-Europa werden meer Amerikaanse producten gekocht.

Slide 9 - Quiz

Waarom verbood Stalin de Marshallhulp in Oost-Europa?
A
Hij verbood het helemaal niet
B
Hij was bang voor communistische invloed
C
Hij had een eigen hulpplan
D
Hij was bang voor kapitalistische invloed

Slide 10 - Quiz

Hoe reageren de Westerse landen op de blokkade van Berlijn door de SU (1948-1949)?
A
Ze bevoorraden West-Berlijn met een 'luchtbrug'
B
Ze doen niets uit angst voor een oorlog
C
Ze bevoorraden Oost-Berlijn met een 'luchtbrug'
D
Ze bevoorraden West-Berlijn met vrachtwagens

Slide 11 - Quiz

Hoe werd de zwarte lijn op de afbeelding genoemd?

Slide 12 - Open question

Hoe werd de politiek genoemd dat de VS ingrijpt als een land communistisch dreigde te worden?
A
Trumandoctrine
B
Brezjnevdoctrine
C
Perestrojka
D
Ostpolitik

Slide 13 - Quiz

Hoe heet de politiek die bij de Trumandoctrine hoort?
A
Ost-politik
B
Brezjnevdoctrine
C
Containment
D
Peresrojka

Slide 14 - Quiz

Wat is geen term die past bij Europese politieke/economische samenwerking?
A
NAVO
B
EGKS
C
EEG
D
EU

Slide 15 - Quiz

Hoe heette de economische samenwerking van de Oostbloklanden?
A
Comecon
B
Warschaupact
C
EGKS
D
Stasi

Slide 16 - Quiz

Welke woorden passen bij elkaar?
A
BRD en Stasi
B
DDR en Stasi
C
BRD en Warschaupact
D
DDR en Wirtschaftswunder

Slide 17 - Quiz

Acht namen of begrippen:
1. Comecon.
2. Deutsche Mark.
3. EGKS.
4. NAVO.
5. Stasi.
6. Volkspolizei.
7. Warschaupact.
8. Wirtschaftswunder. Welke begrippen horen bij het Oostblok?
A
2 – 4 – 5 – 8.
B
1 – 2 – 6 – 8.
C
1 – 5 – 6 – 7.
D
3 – 4 – 5 – 7.

Slide 18 - Quiz

Het wonderbaarlijk snelle herstel van de West-Duitse economie na WO II noemen we:
A
Het wonder van Bern
B
Das grosse BRD-Wunder
C
Het wonder van Adenauer
D
Het Wirtschafswunder

Slide 19 - Quiz

De Berlijns muur werd gebouwd omdat:
A
de DDR geen mensen meer uit West-Berlijn wilde ontvangen.
B
er teveel mensen vanuit Oost- naar West-Berlijn vluchtten.
C
de Amerikanen dat aan de SU hadden gevraagd
D
de SU elke ontmoeting tussen Oost en West wilde verbieden.

Slide 20 - Quiz

1 President Kennedy hield in Berlijn zijn ‘Ich bin ein Berliner’-toespraak.
2 Op de Conferentie van Potsdam werd Berlijn in bezettingszones verdeeld.
3 Tijdens de Marathon van Berlijn konden de hardlopers voor het eerst onder de Brandenburger Tor van West- naar Oost-Berlijn lopen.
4 De Amerikaanse regering stelde een luchtbrug in als reactie op de Blokkade van Berlijn.
5 Russische soldaten plaatsten de vlag van de Sovjet-Unie op het kapotgeschoten gebouw van de Rijksdag in Berlijn.
6 Oost-Duitse arbeiders begonnen met de bouw van de Muur in Berlijn.
Zet deze gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde.
A
2, 1, 6, 5, 4, 3
B
6, 2, 5, 1, 3, 4
C
5, 2, 6, 4, 1, 3
D
5, 2, 4, 6, 1, 3

Slide 21 - Quiz

Bekijk de spotprent .
Deze tekening werd gemaakt door Fritz Meinhard en verscheen in 1949 in een Duits dagblad. De tweekoppige adelaar in het midden verbeeldt Duitsland. In de zak rechts zitten kanonnetjes waarmee de adelaar wordt gevoerd. Onder de bron staat: ‘Zo zal hij moeten gedijen.’
-Wat wil de tekenaar duidelijk maken over de deling van Duitsland? Gebruik de bron.
-Komt de tekenaar uit Oost of West-Duitsland? leg je antwoord uit.

Slide 22 - Open question