Repaso unidad 5

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Ik ken de namen van de transportmiddelen en woordenschat om verkeerssituaties te beschrijven.

1 (NO)

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Ik ken het verschil tussen hay en estar.

1 (NO)

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Ik kan de werkwoorden in de gebiedende wijs zetten (imperativo)

1 (NO0

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO0

Ik weet in welke situaties ik de gebiedende wijs moet gebruiken.

1 (NO)

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Ik ken alle woorden en de frases claves van de woordenlijst unidad 5.

1 (NO)

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Ben je klaar voor de s.o van unidad 5?

1 (No)

2

3

4

5(Sí, por supuesto)

Vocabulario unidad 5

Bevestigend:
Usted-estudiar

1. estudias
2. estudio
3. estudie
4. estudia

Bevestigend:
leer-tú

1. leo
2. leemos
3. lea
4. lee

Ontkennend:
dormir-usted

Bevestigend:
hacer-tú

Ontkennend:
ir-vosotros

Bevestigend:
poner-tú

Bevestigend:
decir-tú

Ontkennend:
mirar-tú

Bevestigend:
quedarse-vosotros

Ontkennend:
sentarse-ustedes

Ontkennend:
irse-tú

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen hay/ser/estar

Hay-está(n)
"Mi casa......... en Dordrecht."

Hay-está(n)
"En mi barrio.........cinco parques."

Hay-está(n)
En Madrid.................muchos museos muy importantes.

Kies hay of estar:
La frutería ___________ al lado del cine.

Hay of estar:
En la calle La Paz ____ tiendas de ropa.

Verplichte opdrachten:

Unidad 5 TB Destrezas

Opdr. 1, 4, 6 en 7

Unidad 5  TB Reflexión y evaluación

Opdracht 1 t/m 4

Si terminas/Als je klaar bent:

Woordjes leren unidad 5

Frases claves unidad 5

Extra opdracht  imperativo 1

Extra opdracht imperativo 2

Extra opdracht imperativo 3

Extra opdracht imperativo 4

Extra opdracht imperativo 5