In de volgende oefening op Lesson_Up heb ik de zinnen van Aufgabe 3/3 die Bedeutung der Modalverben (de betekenis van modalverben) gebruikt. Als extra oefening kan je thuis deze oefening in het boek maken.
können: 1 sleepvraag en 3 open vragen
möchten/wollen: 2 sleepvragen en 4 openvragen
müssen/sollen: 2 sleepvragen en 3 open vragen
dürfen: 1 sleepvraag en 2 open vragen
mögen 1 sleepvraag en 3 open vragen