This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Zorg goed voor je lichaam!
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je een plan maken voor je lichaamsverzorging.
Slide 2 - Slide
Leg het leerdoel uit en vertel waarom het belangrijk is om goed voor je lichaam te zorgen.
Wat weet jij al over het verzorgen van je lichaam?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is lichaamsverzorging?
Lichaamsverzorging is alles wat je doet om je lichaam schoon, gezond en mooi te houden.
Slide 4 - Slide
Leg uit wat lichaamsverzorging inhoudt en vraag naar voorbeelden.
Waarom is lichaamsverzorging belangrijk?
Goede lichaamsverzorging is belangrijk voor je gezondheid en zelfvertrouwen.
Slide 5 - Slide
Leg uit waarom lichaamsverzorging belangrijk is en vraag naar voorbeelden.
Goede lichaamsverzorging geeft zelfvertrouwen.
Eens, betere uitstraling en hygiëne
Oneens, uiterlijk is niet belangrijk
Eens, zorgt voor een positief zelfbeeld
Oneens, zelfvertrouwen komt van binnenuit
Slide 6 - Poll
This item has no instructions
Hoe vaak moet je douchen?
Je moet minstens één keer per dag douchen of in bad gaan om jezelf schoon te houden.
Slide 7 - Slide
Leg uit hoe vaak je moet douchen en waarom. Vertel ook over de uitzonderingen.
Wat is tandenpoetsen?
Tandenpoetsen is het reinigen van je tanden en tandvlees met een tandenborstel en tandpasta.
Slide 8 - Slide
Leg uit wat tandenpoetsen is en waarom het belangrijk is.
Hoe vaak moet je tandenpoetsen?
Je moet twee keer per dag je tanden poetsen, 's ochtends en 's avonds.
Slide 9 - Slide
Leg uit hoe vaak je moet tandenpoetsen en waarom. Vertel ook over de uitzonderingen.
Wat is handen wassen?
Handen wassen is het reinigen van je handen met water en zeep.
Slide 10 - Slide
Leg uit wat handen wassen is en waarom het belangrijk is.
Wanneer moet je je handen wassen?
Je moet je handen wassen na het toiletbezoek, voor het eten en na het buitenspelen.
Slide 11 - Slide
Leg uit wanneer je je handen moet wassen en waarom. Vertel ook over de uitzonderingen.
Wanneer moet je je handen wassen?
A
Alleen 's ochtends
B
Na het buitenspelen
C
Na het toiletbezoek
D
Voor het eten
Slide 12 - Quiz
This item has no instructions
Hoe vaak moet je je tanden poetsen?
A
Een keer per dag
B
Twee keer per dag
C
Drie keer per dag
D
Nooit
Slide 13 - Quiz
This item has no instructions
Hoe vaak moet je tenminste je lichaam wassen per dag?
A
Een keer per dag
B
Twee keer per dag
C
Nooit
D
Drie keer per dag
Slide 14 - Quiz
This item has no instructions
Wat is gezonde voeding?
Gezonde voeding is voeding die alle nodige voedingsstoffen bevat om je lichaam gezond te houden.
Slide 15 - Slide
Leg uit wat gezonde voeding is en waarom het belangrijk is.
Wat is beweging?
Beweging is alles wat je doet om je lichaam actief te houden, zoals sporten en wandelen.
Slide 16 - Slide
Leg uit wat beweging is en waarom het belangrijk is.
Beweging is effectiever dan gezonde voeding als je wilt afvallen.
Eens, beweging verbrandt calorieën.
Oneens, gezonde voeding bevat minder calorieën.
Eens en Oneens, beide dragen bij.
Hangt af van individuele situatie.
Slide 17 - Poll
This item has no instructions
Gezonde voeding is belangrijker dan beweging voor een gezond lichaam.
Eens, voeding heeft grootste impact.
Oneens, beweging is onmisbaar.
Eens en Oneens, beide zijn even belangrijk.
Hangt af van individuele situatie.
Slide 18 - Poll
This item has no instructions
Hoe maak je een plan voor lichaamsverzorging?
Maak een lijstje met alles wat je moet doen voor een goede lichaamsverzorging en wanneer je dat moet doen.
Slide 19 - Slide
Leg uit hoe je een plan maakt voor lichaamsverzorging en laat de leerlingen zelf een plan maken.
Samenvatting
Goede lichaamsverzorging is belangrijk voor je gezondheid en zelfvertrouwen. Maak een plan om goed voor je lichaam te zorgen.
Slide 20 - Slide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag naar vragen of opmerkingen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 21 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 22 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 23 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.