Praktijkmanagement periode 1

Wat is praktijkmanagement?
A
Alleen telefoontjes beantwoorden in een huisartsenpraktijk.
B
Geen theorie, maar alles in de praktijk leren.
C
Het 'managen' van een huisartsenpraktijk of gezondheidscentrum.
D
Schoonmaken van een huisartsenpraktijk.
1 / 27
next
Slide 1: Quiz
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat is praktijkmanagement?
A
Alleen telefoontjes beantwoorden in een huisartsenpraktijk.
B
Geen theorie, maar alles in de praktijk leren.
C
Het 'managen' van een huisartsenpraktijk of gezondheidscentrum.
D
Schoonmaken van een huisartsenpraktijk.

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Taken van de
praktijkassistent

Slide 2 - Mind map

  • intake
  • het kanaliseren van de zorgvraag
  • voorlichting
  • administratie
  • formulieren
  • archiveren
  • management
  • takendelegatie
  • werkoverleg
  • voorraadbeheer kantoor/huish.
  • voorraadbeheer medisch
  • schoonmaken behandelkamer
  • apparaat bijhouden
  • handelen in onvoorziene omstandigheden
Wat verstaan we onder beroepsgeheim?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

De afkorting NVDA staat voor:
A
Nederlandse Vraagbaak voor Doktersassistenten
B
Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten
C
Nederlandse Verzorging van Doktersassistenten
D
Nederlandse Vereniging van Dokters en Artsen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Noem 4 wetten in de gezondheidszorg

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Hoe noemen we dit formulier?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Wat is een richtlijn?
A
Een lijn die gericht wordt op de patiënt.
B
Een lijn om de richting te bepalen.
C
Een aanbeveling op basis van klinische ervaringen, schikbaarheid van hulpmiddelen en de voorkeur van patiënten.
D
Hoe lang is een patiënt?

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Agenda huisarts

Slide 8 - Mind map

  • tijd voor overleg en inzien vd berichten vd HAP
  • spreekuurconsulten
  • lunch en overleg
  • visites en terugbelspreekuur
  • post lezen
  • autoriseren herhaalrecepten
Wat betekent triage/triëren?
A
Agenda bijhouden.
B
Telefoon aannemen.
C
Het scheiden van materialen.
D
De urgentie van de hulpvraag bepalen.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een consult?
A
Het contact tussen praktijkassistent en patiënt.
B
Een epileptische aanval.
C
Het contact tussen huisarts en patiënt.
D
Een bureau waar je kinderen kunt laten onderzoeken.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat verstaan we onder een 'visitekaart'?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Handelingen
praktijkassistent

Slide 12 - Mind map

  • wondverzorging
  • hechtingen verwijderen
  • injecties
  • bloeddrukmeting
  • wratten aanstippen
  • vingerprik om het suikergehalte in het bloed te meten
  • oren uitspuiten
  • uitstrijkjes maken
Wat is het Zorgdomein (ZD)?
A
Elektronische verwijzing naar het ziekenhuis.
B
Een domein voor verzorgenden.
C
Een verwijzing op papier.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een intakegesprek?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Een ander woord voor kanaliseren is .....
A
B
Het uitvoeren van een wortelkanaal-behandeling.
C
Een kanaal graven.
D
Het vertalen, in goede banen leiden, van de hulpvraag.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Geef tenminste 3 goede betrouwbare websites, die je kunt adviseren aan je patiënten.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Verplichte patiënt-
gegevens

Slide 17 - Mind map

  • NAW-gegevens
  • geboortedatum
  • BSN-nummer
  • Telefoonnummers
  • Zorgverzekering
  • apotheek
  • ID-nummer
  • gegevens vorige huisarts
De letters EPD staan voor ...
A
Elektronisch Patiënten Dossier
B
Eerste Patiënt van de Dag
C
Echte Praktijkassistent Dossier
D
Elektronische Praktijk Dokter

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Bestellingen die je doet
als praktijkassistent

Slide 19 - Mind map

  • kantoorbenodigdheden, bv. blocnotes, potloden etc. 
  • medische benodigdheden, bv. naalden, verband, stikstof etc. 
  • huishoudelijke benodigdheden, bv. koffie, thee, frisdrank etc. 
Waar staan de letters HIS voor?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Noem minimaal 3 soorten praktijkvormen.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Samenwerkings-
verbanden

Slide 22 - Mind map

- Huisartsengroep (Hagro)
- Huisartsenpost (HAP)
- HOES (Huisartsen onder één systeem)
- Geïntegreerde Eerstelijns zorg (GEZ)
- Facilitaire organisaties
- Zorggroep

Wat is eerstelijns zorg?
A
Zorg waarvoor je een verwijzing nodig hebt.
B
Alleen zorg van de huisarts.
C
Alleen zorg in het ziekenhuis.
D
Zorg waar iedereen gebruik van kan maken zonder verwijzing.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Eerstelijns zorg

Slide 24 - Mind map

  • huisartsen
  • tandartsen
  • fysiotherapie
  • apothekerszorg
  • maatschappelijk werk
  • diëtiste
  • psychologische zorg
  • verloskundige
Wat is tweedelijns zorg?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Voorbeelden van tweedelijns zorg zijn ...
A
De huisarts, apotheek en fysiotherapeut
B
Alle specialisten in het ziekenhuis.
C
De tandarts, diëtiste en verloskundige
D
Psychiater, revalidatie en röntgen.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat de PDCA-kwaliteitscirkel voor?
A
Plannen, Doen, Checken en Actualiseren
B
Praktijk, Dokter, Controle en Aanwezig
C
Pand, Dokter, Consult en Aandacht
D
Plenair, Decorum, Circulatie en Abrupt

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions