What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Unité 2
25 minuten de tijd!
Je maakt de opdrachten in je schrift! Voor 25 minuten ga je voor jezelf aan de slag. Je mag overleggen, maar wel op
fluistertoon!
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
25 minuten de tijd!
Je maakt de opdrachten in je schrift! Voor 25 minuten ga je voor jezelf aan de slag. Je mag overleggen, maar wel op
fluistertoon!
Slide 1 - Slide
Faire
Maak de vervoegingen van faire:
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Slide 2 - Slide
Avoir
Maak de vervoegingen van avoir
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Slide 3 - Slide
être
Maak de vervoeging van être
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Slide 4 - Slide
commencer (-er)
maak de vervoeging van commencer
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Slide 5 - Slide
Maak de juiste vervoeging met het werkwoord tussenhaakjes!
1. Vous (faire) quoi ?
2. Nous (avoir) quelle âge ?
3. Tu (travailler) le week-end ?
4. Lara et Laura (être) en retard.
5. Vous (habiter) où ?
6. Je (faire) de la danse
7. Ils (avoir) une girafe
8. Elle (manger) les légumes !
9. Elles (faire) du sport
10. On (chercher) des chansons !
Slide 6 - Slide
De volgende dia's gaan over het gebruik van faire du/de la/de l' en des! Let op: il/elle vorm!
Slide 7 - Slide
Qu'est-ce qu'il fait?
Slide 8 - Slide
Qu'est-ce qu'elle fait?
Slide 9 - Slide
Qu'est-ce qu'il fait?
Slide 10 - Slide
Qu'est-ce qu'elle fait?
Slide 11 - Slide
Maak nu de zinnen die je net hebt gemaakt ontkennend!
Let op: ne... pas de/ d'!
Slide 12 - Slide
De bezittelijke voornaamwoorden!
De volgende dia gaat over de bezittelijke voornaamwoorden!
Slide 13 - Slide
Gebruik het juiste bezittelijke voornaamwoord! Let op het woord dat erna komt!
C’est _________ (mijn) maison.
Où est ________ (haar) frère?
______ (mijn) livres sont sur la table
Voilà, c’est _______ (zijn) mère.
C’est __________ (hun) stylo.
Ce sont ________(jouw) professeurs?
Je ne vois pas _________ (mijn) vélo.
Où sont ___________ (jullie/uw) parents?
C’est ________ (haar) école.
____ (onze) chambre est grande
Slide 14 - Slide
NAKIJKEN!
Slide 15 - Slide
Faire
je fais
tu fais
il/elle/on fait
Nous faisons
Vous faites
Ils/elles font
Être
je suis
tu es
il/elle/on est
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont
Avoir
J'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
Commencer
je commence
tu commences
il/elle/ on commence
Nous commencons
vous commencez
ils/elles commencent
Slide 16 - Slide
faites
avons
travailles
sont
habitez
fais
ont mange
font
cherche
Slide 17 - Slide
Foto's:
Normale zinnen
il fait
de la
natation
elle fait
de l
'équitation
il fait
de la
guitare
Nu in de ontkenning:
il
ne
fait
pas de
natation
elle
ne
fait
pas d'
équitation
Il
ne
fait
pas de
guitare
Slide 18 - Slide
Bezittelijk voornaamwoord
1. ma
2. son
3. mes
4. sa
5. son
6. tes
7. mon
8. vos
9. son
10. notre
Slide 19 - Slide
Quizlet!
Je bent tot het einde gekomen van de oefeningen. Ga naar Quizlet en oefen met de woordjes van leçon 1 en 2!
https://quizlet.com/class/15230860/
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Le futur proche et le passé récent
October 2020
- Lesson with
22 slides
Frans
Secundair onderwijs
Le futur proche et le passé récent
February 2021
- Lesson with
23 slides
Frans
Secundair onderwijs
2v2 - wo180924
September 2024
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2h - vr130924
September 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
ww faire
May 2021
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
ww faire
April 2021
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
ww faire
May 2022
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
ww faire
May 2022
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1