Groepsvorming

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieSecundair onderwijs

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leestekst
Lees de verschillende teksten en zoek het dier waar het over gaat.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

nr 1
nr 2
nr 3
nr 4
nr 5
nr 6

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Monogaam zijn betekent
A
je hele leven dezelfde partner hebben
B
dat je maar 1 spel tegelijk speelt
C
dat je maar 1 partner tegelijk hebt

Slide 7 - Quiz

het tegenovergestelde van monogaam is:

Slide 8 - Open question

Dancing birds
De meeste vogels zijn monogaam. Sommige koppels blijven levenslang bij elkaar, andere wisselen vaak van partner.
Maar één ding doen ze allemaal, dat is de vrouwtjes het hof maken...
(steeds de volledige filmpjes bekijken aub)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

De meeste diersoorten leven liefst in groep. Diersoorten die liever alleen leven noemt men:
A
éénzaten
B
kluizenaar
C
solitair
D
asociaal

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Stel, je hebt reeds 4 kippen thuis en je wilt wat meer eieren... Waarom is het geen goed idee om maar 1 kip bij te kopen?

Slide 14 - Open question

aggregatie = tijdelijke groepsvorming
superkudde: verschillende groepen komen tijdelijk samen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

edelherten
eekhoorn
sprinkhaan
gnoes
termiet
bijen
edelherten vrijgezellen
gnoes superkudde

Slide 17 - Drag question

voordeel:
-samen jagen voor voedsel (vb3 hyena's)
-ontsnappen (vb1 sardines)
-alarm slaan
 (vb2 ganzen)
nadeel:
-voedsel te delen
-teveel concurrentie van mannetjes
-overdracht ziektes

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat vond je van deze les? Heb je de leerstof goed begrepen?

Slide 21 - Open question