This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Herhalingsles Olympische Spelen
Slide 1 - Slide
Rondje 15-Secondjes
Slide 2 - Slide
In dit land werden de eerste Olympische Spelen gehouden.
timer
0:15
Slide 3 - Open question
In welke stad gingen de eerste Spelen door?
timer
0:15
Slide 4 - Open question
In welke historische periode speelden de eerste Olympische Spelen zich af?
timer
0:15
Slide 5 - Open question
Wat was de eerste discipline?
timer
0:15
Slide 6 - Open question
Hoe heet de hardloopwedstrijd van meer dan 40 kilometer lang?
timer
0:15
Slide 7 - Open question
Hoe heet de Fransman die de eerste Moderne Spelen organiseerde?
timer
0:15
Slide 8 - Open question
In welke Griekse hoofdstad gingen de eerste Moderne Spelen door?
timer
0:15
Slide 9 - Open question
Waar vond de eerste eedaflegging plaats?
timer
0:15
Slide 10 - Open question
Uit hoeveel ringen bestaat de Olympische Vlag?
timer
0:15
Slide 11 - Open question
Welke kleur heeft de Europese ring?
timer
0:15
Slide 12 - Open question
Waarvoor staan de ringen symbool?
timer
0:15
Slide 13 - Open question
Welk werelddeel vind je niet terug in de ringen?
timer
0:15
Slide 14 - Open question
Hoe heet de wedstrijd waarbij lopers een stok of fakkel doorgeven?
timer
0:15
Slide 15 - Open question
Waar vinden de Olympische Spelen van 2024 plaats?
timer
0:15
Slide 16 - Open question
Hoe heten de Spelen voor mensen met een handicap?
timer
0:15
Slide 17 - Open question
Ademhalingsstelsel
Bloedvatenstelsel
Spijsverteringsstelsel
voortplantingsstelsel
Beenderstelsel
Uitscheidingsstelsel
Slide 18 - Drag question
A
D
E
M
H
A
L
I
N
G
S
S
T
E
L
S
E
L
Slide 19 - Slide
Wat is de functie van het ademhalingsstelsel?
timer
0:15
Slide 20 - Open question
Wat is de beste ademhaling?
mondademhaling
neusademhaling
Slide 21 - Drag question
Waarom adem je het best in door je neus?
timer
0:15
Slide 22 - Open question
Ademritme
Slide 23 - Slide
Wat klopt? Het ademritme
A
Is het aantal uitademhalingen per minuut.
B
Is het aantal inademingen per minuut.
C
Is het aantal ademhalingen per minuut.
D
Is het aantal rustpauzes per minuut.
Slide 24 - Quiz
Wat klopt? Het ademritme:
A
Stijgt na inspanning .(sporten)
B
Daalt na inspanning .(sporten)
C
Daalt bij het jonger worden.
D
Stijgt bij het ouder worden.
Slide 25 - Quiz
longblaasjes
longen
luchtpijptak
luchtpijptakje
luchtpijp
Slide 26 - Drag question
Welke weg volgt de uitgeademde lucht. Zet de organen in de juiste volgorde.
Luchtpijptakje
Neusholte
Luchtpijp
Luchtpiiptak
Keelholte
Longblaasje
Slide 27 - Drag question
Waar vindt de gaswisseling plaats?
A
in de luchtpijp
B
in de longzakjes
C
in de longblaasjes
D
in de luchtpijptakjes
Slide 28 - Quiz
Wat wordt er opgenomen door het bloed tijdens de gaswisseling?
A
koolstofdioxide
B
zuurstofgas
Slide 29 - Quiz
Welke gassen worden terug afgegeven aan de longen tijdens de gaswisseling?
A
zuurstofgas en koolstofdioxide
B
waterdamp en zuurstofgas
C
koolstofdioxide en waterdamp
D
koolstofdioxide en stikstofgas
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Slide
Je krijgt 3 situaties die te maken hebben met het uitscheidingsstelsel. Sleep de reactie, het uitscheidingsorgaan en uitscheidingsproduct naar de juiste situatie.
REACTIE UITSCHEIDINGSORGAAN UITSCHEIDINGSPRODUCT
Je drinkt in de ochtend twee grote glazen water.
Het is veel te warm in de klas.
Je loopt de trap op naar de tweede verdieping.
Je zweet
Je moet plassen
Je ademt sneller
Longen
Nieren
Huid
Urine
Zweet
Koolstofdioxide en waterdamp
Slide 32 - Drag question
1
2
3
4
urineblaas
nieren
urinebuis
urineleider
Slide 33 - Drag question
Waar of niet waar? Als je te weinig drinkt wordt je urine lichter van kleur.
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quiz
Waar wordt urine tijdelijk opgeslagen?
timer
0:15
Slide 35 - Open question
In welk orgaan worden afvalstoffen en overtollig water uit het bloed gehaald?
timer
0:15
Slide 36 - Open question
De huid is ook een uitscheidingsorgaan. Geef de twee uitscheidingsproducten.
timer
0:15
Slide 37 - Open question
Slide 38 - Slide
------------------
----------------------
hart
bloedvaten
Slide 39 - Drag question
Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?
Slide 40 - Open question
Welke van deze lichaamsdelen bevatten bloedvaten
A
Tenen
B
Schouders
C
Nieren
D
Hals
Slide 41 - Quiz
Welke bloedvaten voel je kloppen in je hals?
A
ader
B
haarvaten
C
slagader
Slide 42 - Quiz
Door welke bloedvaten stroomt het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart?