This lesson contains 27 slides, with interactive quiz, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Thema 4
Slide 1 - Slide
Goedemorgen!
Telefoon in de hoes
Boeken op de tafel, wb en tb
Tassen van de tafel
En....direct aan de slag!
Slide 2 - Slide
Thema 4
Voortplanting en seksualiteit
paragraaf 2
Het voortplantingsstelsel van de vrouw...
Slide 3 - Slide
In deze lesson up:
Voorbereiden paragraaf
Huiswerk
Slide 4 - Slide
Doelen:
4.2.3 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken.
4.2.4 Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.
Slide 5 - Slide
secundaire geslachtskenmerken
Slide 6 - Mind map
Voortplantingsorgaan van de vrouw
Bij de vrouw liggen de voortplantings-
organen in de onderbuik.
Slide 7 - Slide
Eicellen
In de eierstok vindt de ontwikkeling van de eicellen plaats. Dit zijn de vrouwelijke geslachtscellen.
Slide 8 - Slide
Ovulatie
Ook wel de eisprong genoemd.
Er komt dan eitje vrij uit
de eierstok,
die via de eileiders
naar de baarmoeder
wordt vervoerd.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
De vulva
Het deel van het voortplantingsorgaan dat je aan de buitenkant kan zien.
Slide 11 - Slide
De clitoris
Zwellichamen: zwellen ook op bij een meisje als ze opgewonden raakt.
De binnenste schaamlippen maken dan vocht, zo wordt de vagina gladder.
Maagdenvlies
Slide 12 - Slide
Voortplantingsorgaan van de vrouw
Baarmoeder
Baarmoedeslijm-
vlies=>
Laat één keer per maand los=
menstruatie!
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
de menstruatiecup
Slide 15 - Slide
Maandverband, tampons en menstruatiecups enz.
Slide 16 - Slide
0
Slide 17 - Video
www.libelle.be
Slide 18 - Link
Slide 19 - Video
De menstruatiecyclus
Menstruatie= het afbreken van het baarmoederslijmvlies nadat er geen bevruchting is geweest van de eicel
Slide 20 - Slide
De menstruatiecyclus
Slide 21 - Slide
klachten tijdens de menstruatie
je mag best een beetje last van je menstruatie hebben: zin hebben in chocolade of wat buikpijn of een beetje hoofdpijn. Maar je moet wel gewoon naar school kunnen of andere dingen kunnen blijven doen.