1M Some/Any + Plurals

1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesson plan
Repetition some/any
Practise some/any
Questions?
Announcement

Slide 2 - Slide

What did we do last class?

Slide 3 - Mind map

Today, we are going to work on some/any again. First, some more explanation. Then, practise!

Afterwards I will introduce you to plurals (meervoud).

Slide 4 - Slide

What do you remember about using some and any?

Slide 5 - Open question

Some/any
Betekent: wat/iets/enkele

Some gebruik je bij vragen waarvan je verwacht dat het antwoord ''ja'' is en bij bevestigende zinnen.

Any gebruik je bij ontkenningen.

Slide 6 - Slide

Example sentences
Verwachten dat het antwoord ''ja'' is:
Can I have some of those M&Ms?

Bevestigende zinnen:
There are some cookies left in the jar.

Ontkenningen:
There aren't any wild animals here.

Slide 7 - Slide

Could we have ........... extra butter?
A
some
B
any

Slide 8 - Quiz

Can I have ... cookies, grandma?
I am not buying ... shoes this time!
I've got ... funny texts on my shirts.
There weren't ... flowers left.
Some
Any
Some
Any

Slide 9 - Drag question

There isn't .......... paper left.
A
some
B
any

Slide 10 - Quiz

There is ....... fruit, but there isn't ....... bread.
A
some, some
B
some, any
C
any, some
D
any, any

Slide 11 - Quiz

So: what's the rule?
When do you use some? When do you use any? What do they mean?

Slide 12 - Open question

Now, plurals!
Plural betekent meervoud. 

Wanneer je een meervoudsvorm van iets maakt, betekent dat dat je er meer dan een van ziet/hebt.

Er zijn een paar regels voor de plurals.

Slide 13 - Slide

Enkelvoudsvorm: chair
Meervoudsvorm: chairs
Wat is dan de regel om meervoud te maken?

Slide 14 - Open question

Enkelvoudsvorm: kiss
Meervoudsvorm: kisses
Wat is dan de regel om meervoud te maken?

Slide 15 - Open question

Er zijn twee uitzonderingen:
Woord dat eindigt op -y, zoals het woord ''baby''
De -y verandert in -ies. Baby wordt dan babies. Hobby wordt hobbies. Fantasy wordt fantasies.

Woord dat eindigt op -o, zoals het woord ''tomato''
De -o krijgt er -es achteraan, dat wordt dus -oes. Tomato wordt tomatoes. Potato wordt potatoes. Hero wordt heroes.

Slide 16 - Slide

Announcement
We hebben een idee bedacht om cijfers voor Engels te krijgen! 

Op dinsdag 16 februari wordt bij alle eerste klassen tegelijk een toets afgenomen over de grammar van Theme 2 en 3:
Making questions/negations, word order, some/any en plurals. 

We gaan hier de aankomende week weer mee bezig!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide