Les 13 - Europese samenwerking

Les 13 - Hoe wordt de Europese Unie geregeerd?
3.9 Internationale samenwerking
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 13 - Hoe wordt de Europese Unie geregeerd?
3.9 Internationale samenwerking

Slide 1 - Slide

Opdracht: Wat hoort bij wat?
timer
15:00
werkt samen met de Raad van Ministers
NL heeft hier 26 zetels
taak: Vaststellen van de Europese wetten
Uitvoerende macht van de Europese Unie
heeft de wetgevende macht
Wordt eens in de 5 jaar door de Europese burgers gekozen
Welke minister hier komt? dat hangt af van het beleidsonderwerp
De uitspraken die hier gedaan worden, gaan boven de uitspraken in NL
Volksvertegenwoordiging
vertegenwoordigen 446 miljoen mensen
Europees parlement
Telt 27 rechters, uit elk land één
Europese Centrale Bank
27 onafhankelijke Eurocommissarissen, van elk land één
Taak: Vaststellen van het budget van de Europese Unie
Europese regering
telt 705 leden
Hof van Justitie van de Europese Unie
Dagelijks bestuur van de EU
Bepaald of de wetsvoorstellen worden aangenomen, nadat ze bij het Europees Parlement worden besproken
Rechtsprekende macht
Europese Commissie
Raad van Ministers
Taak: zorgt voor stabiliteit op financieel gebied
houdt toezicht op banken in lidstaten
Bepaald de hoogte van de rente
Europese Raad
Alle regerings-leiders van de verschillende lidstaten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Ursula von der Leyen 
(voorzitter)
Frans Timmermans
(Nederlandse commissaris)

Slide 6 - Slide

Opdracht 10 - Europese Unie (blz 105 - WB)
Geef plek in het schema: 
- Europees parlement
- Europese raad
- Europese commissie
- Raad van ministers
- Nationale parlementen
timer
10:00
Klaar? Maak opdracht 1 t/m 9  op blz 104/105 van je werkboek

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

1. Doel?

2. Hoeveel leden?

3. Wat doet de EU met de soevereiniteit van landen?

4. Kritiek?

Europese Unie

Klaar? 1. Ga op zoek naar de leden van de NAVO, welke landen zijn dit?
2. Noem een land dat lid is van de EU, maar NIET van de NAVO.
3. Noem een land dat lid is van de NAVO, maar NIET van de EU. 


1. Doel?

2. Hoeveel leden?

3. Wat betekent intergouvernementele samenwerking?

4. Wat betekent supranationale samenwerking?
NAVO

1. Doel?

2. Hoeveel leden?

3. Wat doet de Veiligheidsraad?

4. Waardoor lukt het de VN vaak niet om in te grijpen?

Verenigde Naties

timer
15:00

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Lezen: 3.9 - Internationale samenwerking (blz 106 t/m 111 - LB)
Maken: opdracht 1 t/m 9 (blz 104)
AAN DE SLAG!
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Europa heeft een leger.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Montenegro, Servië en Albanië zijn ook lid van de Europese Unie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

De EU beslist welke informatie er op een flesje frisdrank staat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Het Europees Parlement heeft evenveel macht als de nationale parlementen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Jouw middelbareschooldiploma is niet geldig in een andere EU-lidstaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Rietjes, bestek en bakjes mogen niet meer van plastic zijn in de EU vanaf januari 2021.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Turkije is sinds kort lid van de Europese Unie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Nederland is armer geworden door de EU.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

In de EU kun je bijna overal vrij reizen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Je hebt een werkvergunning nodig om in een ander EU-land te gaan werken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

De doodstraf is in sommige EU-landen toegestaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

De uitvoerende macht van de EU ligt bij de Europese Commissie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

De Europese Unie telt na de brexit 27 lidstaten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Bulgarije, Roemenie en Kroatie zijn de laatste landen die lid werden van de Europese Unie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Als je als staat lid bent van de Europese Unie, gebruik je de euro als nationale munt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz