2HV - les 1, 2, 3 CLB

BIENVENIDOS
  1. Introducción - Tú y yo
  2. Acuerdos
  3. Administración
  4. Empezamos (pronunciación)
1 / 45
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

BIENVENIDOS
  1. Introducción - Tú y yo
  2. Acuerdos
  3. Administración
  4. Empezamos (pronunciación)

Slide 1 - Slide

Introducción - Tú y yo
Ik heet ...
Mijn achternaam is ...
Ik woon in ...
Ik ben .. jaar

12
13
14                                                                                             NAAMBORDJE            

Slide 2 - Slide

Acuerdos
  • llevas tu chromebook + libro + cuaderno
  • móviles - ¡NO!
  • llevas siempre audífonos 


  • Tarjeta amarilla

Slide 3 - Slide

Lesmethode

Compañeros 1
- Boek
- Digitaal
(check magister-ELO-bronnen-licenties-Compañeros)
Klascode: 24290646368


Leestekens op Chromebook
alt gr + ? = ¿
alt gr + ! = ¡
alt gr + e = é
alt gr + i = í
alt gr + a = á
alt gr + o = ó
alt gr + u = ú 
alt gr + n = ñ

Slide 4 - Slide

Verder werken we met (2Hsp4):
  • Classroom (uitnodiging al geaccepteerd?)
  • Lessonup - ga naar lessonup.io - code: wioby
  • Quizlet: https://quizlet.com/join/XBtYeFyeg

Slide 5 - Slide

In periode 1...
...behandelen we stof uit Compañeros, Unidad 1 & 2;
...leer je meer over de uitspraak;
...leer je belangrijke werkwoorden gebruiken zoals : zijn, heten en praten;
...leer je tellen tot 100;
...leer je het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke woorden;
...leer je woorden in enkelvoud en meervoud te gebruiken;
 ...werkwoorden ser, llamarse;
... leer je aanwijzende voornaamwoorden te gebruiken;
... leer je de bijvoeglijke naamwoorden.
Página 4-5

Slide 6 - Slide

Pruebas (toetsen) P1
SO Unidad 1 (2x)
Voca Unidad 1 NL-SP
Ser
Llamarse
Persoonlijke voornaamwoorden
Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)
Getallen tot 20 NL-SP
Jezelf voorstellen

PW Unidad 1&2 (4x)
Lees + luister
Voca Unidad 1 + 2 NL-SP
Ser
Llamarse
Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)
Jezelf voorstellen
Aanwijzend voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Getallen tot 100 NL - SP
Meervoudsregel


Formatief woordjes (0x)
Voca Unidad 1 NL-SP
Voca Unidad 2 NL-SP

Slide 7 - Slide

¿Qué te acuerdas del año pasado?

- overleg met je buurman/vrouw
- schrijf op wat je nog weet van vorig schooljaar

Slide 8 - Slide

Español en LJ 1

Slide 9 - Mind map

Empezamos - Punto de partida
Página 6-7, ejercicios 1-2

1. Wat is de Nederlandse vertaling van deze woorden?
2. Schrijf de Spaanse woorden onder de foto's

Slide 10 - Slide

Uitspraak
v = b  Valencia
ll = j  amarillo
j = g  Juan
ñ = nj  España
h = ..  hola
u = oe  Cuba 
ch = tsj  Chile
Página 8

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Pronunciamos
  1.  Spel je naam in het Spaans.
  2. Schrijf deze woordjes spellend uit: be - a - erre - be - a - erre - a
  3. ¿Cómo se escribe tu nombre?

  1. Spel nu een woord uit de voca lijst van H1 op p 105
  2. Spel het woord en de klas moet raden om welk woord het gaat.

Slide 13 - Slide

Cultura
Página 9-10, ejercicios 4-5 individualmente (=zelfstandig)
oef 4
1. Spel de namen van de landen
2. Schrijf de hoofdstad op

oef 5
Opzoeken op internet: nationaliteit en beroep?
Klaar? --> Leer woordjes H1 in Quizlet tot we bespreken

Slide 14 - Slide

Weet jij wat de hoofdstad van Spanje is?
A
Barcelona
B
Valencia
C
Madrid
D
Santiago

Slide 15 - Quiz

Waar moet jij aan denken, als je aan Spanje denkt?
Sleep ze naar de kaart van Spanje toe

Slide 16 - Drag question

Welke Spaanstalige beroemdheden ken je?
Sleep de naam naar de juiste foto
Penélope Cruz
Lionel Messi
Máxima
Shakira
Daddy Yankee y Fonzi
Rafa Nadal

Slide 17 - Drag question

Hoe kun je in het Spaans vragen: "Hoe gaat het?"
A
¿cómo estás?
B
ça va?
C
¿qué tal?
D
tudo bem?

Slide 18 - Quiz

Hoe zeg je in het Spaans "dankjewel"?
A
merci
B
grazie
C
gracias
D
danke schön

Slide 19 - Quiz

Spanje in het Spaans is
A
España
B
Espana
C
Espagna
D
Españia

Slide 20 - Quiz

Wat is het kleinste buurland van Spanje?



A
Madeira
B
Portugal
C
Formentera
D
Andorra

Slide 21 - Quiz

Spanje heeft een.....
A
dicatator (het is een dictatuur)
B
keizer (het is een keizerrijk)
C
koning (het is een koninkrijk)
D
president (het is een republiek)

Slide 22 - Quiz

¡Hasta mañana!

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

BIENVENIDOS
1. Corregimos p 9, 10 eje 4, 5
2. Hacemos p 12, 13 (vocabulario)
3. Hacemos p 14 (gramática) + ejercicios online

Slide 25 - Slide

Bespreken 
p. 9, 10 eje 4, 5

Slide 26 - Slide

¡Continuamos!
¡Escuchamos!
Página 12, 13, ejercicio 2, 5
a. Luister en lees mee
b. 2 - schrijf de vertaling op
     5 - Beantwoord de vragen over de tekst

¿Quién? = wie          ¿Cuántos? = hoeveel          ¿Cómo? = hoe?

Slide 27 - Slide

¡Continuamos!

Página 12-13, ejercicios 1, 3, 4 individualmente (=zelfstandig)
1 - schrijf de woorden bij de plaatjes 
3 - zeg samen het alfabet op, verbeter elkaar
4 - voer het gesprekje in een tweetal

Klaar? --> Leer woordjes H1 in Quizlet tot we bespreken

Slide 28 - Slide

Gramática


Lidwoorden

Slide 29 - Slide

Página 14

Slide 30 - Slide

L-O-N-E-R-S
D-IÓN-Z-A

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Uitzonderingen lidwoorden
El día= de dag
El problema= het probleem
El sistema= het systeem
El mapa= het kaart
La foto= de foto
La moto= de motor
La radio= de radio
La mano = de hand                                             Overnemen in je schrift en LEREN!


Slide 33 - Slide

Trabajamos ONLINE

1. Ga naar de LEERMIDDELEN in magister

2. Ga naar compañeros 

3. Klik aan: compañeros huiswerk

4. Klik aan: H1 

5. Klik aan: 1.2 gram

6. Voor uitleg klik D + E

7. Maak: ej 7+8+11 = HW

Slide 34 - Slide

"Lo siento, pero no te entiendo"
A
Sorry, maar ik heb het niet
B
Sorry, maar ik begrijp je niet
C
Sorry, maar ik heb geen hond
D
Sorry, maar ik hoor je niet

Slide 35 - Quiz

¿Lo puedes repetir, por favor?
A
Kun je het spellen, alsjeblieft?
B
Kun je langzamer spreken, alsjeblieft?
C
Sorry, ik begrijp het niet.
D
Kunt je het herhalen, alsjeblieft?

Slide 36 - Quiz

¿Puedo ir al baño?
A
Mag ik een banjo?
B
Mag ik naar de wc?
C
Mag ik gaan zwemmen?
D
Mag ik naar de gang?

Slide 37 - Quiz

Welke letter is de eñe?

Slide 38 - Open question

Als je gaat spellen zeg je voor de "h"...

Slide 39 - Open question

Voor de letter "r" zeggen we...

Slide 40 - Open question

En voor de letter "j" zeggen we...

Slide 41 - Open question

Spel het woord "hola" (spaties tussen de letters)

Slide 42 - Open question

Spel nu het woord voor schoolbord --> "pizarra"

Slide 43 - Open question

Spel tot slot het woord "adiós", en daarmee eindigen we de quiz!

Slide 44 - Open question

Deberes (=huiswerk)
ESTUDIAR (=leren) y HACER (=doen, maken):
 - Jezelf kunnen voorstellen
 -  Hoe je de letters van het alfabet zegt (p 8)
 - Voca Unidad 1 blz 105 NL-SP 1-20
- Afmaken in digitale Compañeros ej 7+8+11 




Slide 45 - Slide