Krachten paragraaf 1.1

A 3 natuurkunde
Krachten (paragraaf 1.1blz 8 t/m 10)
Goedendag, fijn dat jullie er zijn
  • Telefoon in de telefoontas
  • Boek, schrift, pen, rekenmachine, geodriehoek op tafel
  • Zitten volgens de opstelling
1 / 13
next
Slide 1: Slide
naskMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2-4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

A 3 natuurkunde
Krachten (paragraaf 1.1blz 8 t/m 10)
Goedendag, fijn dat jullie er zijn
  • Telefoon in de telefoontas
  • Boek, schrift, pen, rekenmachine, geodriehoek op tafel
  • Zitten volgens de opstelling

Slide 1 - Slide

Starter for ten, maak de vraag in je schrift.
(Herhaling)
Krachten hebben invloed op de beweging van voorwerpen.
Noteer de drie verschillende bewegingen die je hebt.
timer
1:00
denken
Werk stil
Werk zelfstandig
Noteer de vraag in je schrift.
Noteer het antwoord in je schrift.
delen
overleg met je buurpersoon over de antwoorden
uitwisselen
klassikaal bespreken/overleggen
antwoorden
  • versnelde beweging
  • eenparige beweging of constante beweging
  • vertraagde beweging

Slide 2 - Slide

Doelen, wat gaan we doen.
  • Het effect van een kracht
  • De definitie van een kracht
  • Het symbool voor een kracht, de eenheid
  • Verschillende soorten krachten
  • Meten van een kracht

Slide 3 - Slide

Het effect van een kracht
Een kracht kun je niet zien. 
Wel kun je het effect van een kracht zien.
Dit kan op vier manieren:
  1. De verandering van de snelheid
  2. De verandering van de richting
  3. De verandering van de vorm, plastisch
  4. De verandering van de vorm, elastisch

Slide 4 - Slide

Het effect van een kracht
elastische vervorming
plastische vervorming
verandering van snelheid en richting

Slide 5 - Slide

Maak de volgende vraag in je schrift.
Noteer van de vijf plaatjes wat voor soort vervorming je hebt.
  1. Opblazen van de ballon zonder knoop
  2. Opblazen van de ballon met knoop
  3. Induwen van een volle ballon
  4. Uitknijpen van een spons
  5. Uitrekken van een spiraalveer
  6. Indeuken van een blikje
  7. Propje maken van een vel papier 
  1. plastische vormverandering
  2. plastische vormverandering
  3. elastische vormverandering
  4. elastische vormverandering
  5. elastische vormverandering
  6. plastische vormverandering
  7. plastische vormverandering

Slide 6 - Slide

De definitie van een kracht
Een kracht is het overbrengen van energie op een voorwerp.

In het Engels spreek je over Force, daarom is het symbool voor kracht de hoofdletter F.

De eenheid is Newton (afgekort met de hoofdletter N)

Newton is een Engelse natuurkundige die de krachten in drie natuurkundige wetmatigheden heeft geformuleerd. 
De bekendste is Actie = - Reactie (want energie gaat nooit verloren)
James Watt leefde eind 17e begin 18e eeuw.
Door de vallende appels kwam hij op het idee over de wetmatigheid van de zwaartekracht. Iedere kilogram wordt op aarde met dezelfde kracht naar de aarde getrokken.

Slide 7 - Slide

Verschillende soorten krachten
Er bestaan verschillende soorten krachten, alle soorten krachten worden uitgedrukt in de eenheid Newton en aangegeven met het symbool F.

Om een specifieke kracht te benoemen wordt er naast de hoofdletter F ook een kleine letter geschreven, dit is de eerste letter van de kracht.

Voorbeeld: motorkracht = 
Fm

Slide 8 - Slide

Verschillende soorten krachten.
We maken onderscheid in de veroorzaker van de kracht:
  • motorkracht
  • spierkracht
  • windkracht
  • remkracht
  • veerkracht
  • magnetische kracht
Het effect van de kracht:
  • lucht wrijving
  • rolwrijving
  • zwaartekracht
  • gewicht
  • spankracht
  • voortstuwende kracht en tegenwerkende kracht

Slide 9 - Slide

Maak de volgende vraag in je schrift.
Noteer de verschillende krachten die je in de tekening ziet.
Let op er zijn per tekening altijd twee krachten actief, een actiekracht en een reactiekracht.
  1. ballon
  2. meisje
  3. parachutist
  4. stuitende bal
  5. wip
  1. windkracht en luchtweerstand
  2. spierkracht en trekkracht
  3. zwaarte kracht en luchtweerstand
  4. zwaartekracht en veerkracht
  5. zwaarte kracht en normaalkracht (en gewicht)

Slide 10 - Slide

Meten van een kracht
Een grootheid was iets wat we kunnen meten.
De kracht is een grootheid dus de kracht kunnen we meten. Dit doen we met een krachtmeter.
De krachtmeter bestaat uit een spiraalveer, die gelijkmatig uitrekt (langer wordt dan de beginstand), en een schaalverdeling.

Slide 11 - Slide

Maak de volgende vraag in je schrift.
  1. In welke krachtmeter zit de meest stugge spiraalveer?
  2. In welke krachtmeter zit de meest soepele spiraalveer?
  3. Noteer voor iedere krachtmeter hoe groot de kracht is die er aan trekt.
  4. Hoe noemen we de kracht die aan voorwerpen trekt zodat ze naar beneden gaan? 
  1. > krachtmeter 3
  2. >krachtmeter 1
  3. >0,7N > 5,6N > 83N > 2,75N > 0,8N
  4. > zwaartekracht 

Slide 12 - Slide

Ga nu verder werken aan: opdracht 2 en 3 (blz. 12)

Wat niet af is, is huiswerk

Slide 13 - Slide