This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Deeltaak 4 week 5 les 1
Slide 1 - Slide
- Grammatik kontrollieren
-Verben verbeugen
-Lesen üben
- Aftekenen! (evt. week 1 dt 5)
Slide 2 - Slide
Vorige week:
Ontleden geoefend en persoonlijke voornaamwoorden in het schema opgezocht.
Foto gemaakt? Geoefend? Dan nu controleren!
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Gebruik gemaakt van de extra oefening? Vul in: JA> .... goed./ NEE
Slide 6 - Open question
Verben verbeugen!
In de woordenlijst staan vele werkwoorden.
Je weet hoe je regelmatige
werkwoorden vervoegt:
Slide 7 - Slide
Oefen nu met het vervoegen van de werkwoorden uit jouw woorden lijst door de zinnen te vertalen en daarbij echt aandacht te hebben voor de werkwoordvormen!!!
Slide 8 - Slide
übersetze:
1 Ik ga te voet naar de bioscoop.
2 Hij klimt de brug op (hinauf).
3 Zij heeft zin in een feestje.
4 Steek jij de straat over?
5 Zijn jullie bij het (am) station uitgestapt?
6 Ik vertrek bij de (an der) halte.
7 Zoekt u het spoor?
timer
8:00
Slide 9 - Slide
Vertalingen:
1 Ich gehe Fuß ins Kino.
2 Er klettert die Brücke hinauf.
3 Sie hat Lust auf eine Party.
4 Überquerst du die Straße?
5 Seit ihr am Bahnhof ausgestiegen?
6 Ich fahre an der Haltestellte ab.
7 Suchen Sie das Gleis?
Slide 10 - Slide
Dan nu lezen oefenen!
Ik laat steeds een stukje tekst met vragen zien.
Lees zelf de tekst en maak de vraag.
Schrijf het antwoord op.
We maken eerst alle opdrachten en dan bespreken we het na.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Hier de antwoorden intypen! 1-6
Slide 17 - Open question
Oke!
Hopelijk ging dat je gemakkelijk af!
Graag je antwoorden inleveren!
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Und? Wie habt ihr es gemacht?
1 goed
2 goed
3 goed
4 goed
5 goed
6 goed
Slide 24 - Poll
Volgende les:
Oefentoets: Woorden, grammatica, haben+sein VT en TT, regelmatige werkwoorden vervoegen.