5.1 Planten bekijken

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Planning

• Welkom!
• Introductie
  
• Uitleg
• Zelfstandig werken
  

• Afsluiten

Dit hoofdstuk 

• SO cijfer: verslag onderzoek kiemende zaken (1x)
• PW cijfer: toets in de toetsweek (3x)

Ben je startklaar?

- telefoon in de telefoontas

- jas aan de kapstok of in je kluis

- tas van tafel

- kauwgom uit

- spullen voor je

Log in in LessonUp!

Ben je ingelogd?

Super! Draai je laptop om.

Leerdoelen

• Je kunt de delen van een plant benoemen en uitleggen wat hun functie is.

• Je kunt de delen van een plantencel benoemen en de belangrijkste functies noemen.

• Je kunt uitleggen hoe planten rechtop blijven staan.

• Je kunt beschrijven hoe vervoer van water in de plant gaat.

• Je kunt uitleggen hoe bomen hun blad verliezen en waarvoor dat is.

• Je kunt uitleggen waardoor bloemen en vruchten hun kleur krijgen.

Introductievragen

15 seconden per vraag!

Hoe noem je een groep cellen met dezelfde vorm en functie?

1. Organel
2. Weefsel
3. Orgaan
4. Orgaanstelsel

Wat zie je op de afbeelding?

1. Cel
2. Weefsel
3. Orgaan
4. Orgaanstelsel

Wat eet je van een bonenplant?

1. De bloem en het blad
2. De stengel
3. De vrucht en het zaad
4. De wortels

Hyacinten en viooltjes

1.Wat zijn de kenmerken van de bloem, het blad en de stengel?

2.Welk deel van de plant zie je niet op de foto's?

Organen van een plant

• Wortels = opname van water en mineralen (voedingszouten) uit de bodem.
  
• Stengel = vervoer van water en voedingsstoffen
  
• Bladeren = het maken van voedingsstoffen
  
• Bloem = voortplanting

Details van een plant

Cel = kleinste bouwsteentje van planten

Weefsel = een groep cellen met dezelfde vorm en functie

Plantencel

• Celwand= stevige laag
• Celmembraan = regelt welke stoffen de cel in en uit gaan
• Cytoplasma = stroperige vloeistof
• Celkern = regelcentrum van de cel
• Vacuole = Blaasje met water voor stevigheid
• Bladgroenkorrels = Groene bolletjes die voedingsstoffen maken.

Plantencel

• Celwand= stevige laag
• Celmembraan = regelt welke stoffen de cel in en uit gaan
• Cytoplasma = stroperige vloeistof
• Celkern = regelcentrum van de cel
• Vacuole = Blaasje met water voor stevigheid
• Bladgroenkorrels = Groene bolletjes die voedingsstoffen maken.

Stevigheid

Kruidachtige planten: hebben water nodig voor stevigheid.

Houtachtige planten: hebben houtstof voor stevigheid; blijven doorgroeien. 

Wat?	Maken: 5.1 opdr. 3 t/m 12
Hoe?	In je (online) boek. Werkbladopdrachten maak je in je schrift. Keuze: fluisterend overleggen of muziek luisteren.
Hulp?	Steek je hand op. Als je geen muziek luistert mag je ook zacht overleggen met je buurman/buurvrouw.
Tijd?	15 minuten
Klaar?	Goedzo! Maak nu een schema met de onderdelen van een plantencel, de omschrijving en de functie.
Opbrengst	Als je klaar bent heb je je huiswerk af! Nu weet je meer over de aanpassingen van dieren en planten aan kou of warmte!

Klassikaal bespreken

Hoe ging het vandaag?

Wat heb je geleerd?

Afsluiten

• Wachten met opruimen!
• Blijf zitten tot de bel gaat
• Vergeet straks je stoel niet aan te schuiven

Planning

• Welkom!
• Introductie
  
• Uitleg
• Zelfstandig werken
  

• Afsluiten

Dit hoofdstuk 

• SO cijfer: verslag onderzoek kiemende zaken (1x)
• PW cijfer: toets in de toetsweek (3x)

Ben je startklaar?

- telefoon in de telefoontas

- jas aan de kapstok of in je kluis

- tas van tafel

- kauwgom uit

- spullen voor je

Log in in LessonUp!

Ben je ingelogd?

Super! Draai je laptop om.

Leerdoelen

• Je kunt de delen van een plant benoemen en uitleggen wat hun functie is.

• Je kunt de delen van een plantencel benoemen en de belangrijkste functies noemen.

• Je kunt uitleggen hoe planten rechtop blijven staan.

• Je kunt beschrijven hoe vervoer van water in de plant gaat.

• Je kunt uitleggen hoe bomen hun blad verliezen en waarvoor dat is.

• Je kunt uitleggen waardoor bloemen en vruchten hun kleur krijgen.

Weet je het nog?

15 seconden per vraag!

2 sleepvragen + 3 meerkeuze van 30 seconden

fijne nerf

hoofdnerf

bladmoes

bladsteel

bladschijf

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 

Celwand

Celkern

Bladgroenkorrel

Cytoplasma

Vacuole

Is dit een kruidachtige- of houtachtige plant?

1. Kruidachtig
2. Houtachtig

Is dit een kruidachtige- of houtachtige plant?

1. Kruidachtig
2. Houtachtig

Is dit een kruidachtige of houtachtige plant?

1. Kruidachtig
2. Houtachtig

Vervoer van water

Wortelharen = dunne uitsteeksels aan de wortels waarmee de plant water en mineralen opneemt. 

Vaten = dunne buisjes waardoor water en opgeloste stoffen vervoerd worden (liggen in vaatbundels).

• Houtvaten:   wortels → bladeren
• Bastvaten: bladeren → wortels en bloemen

Huidmondjes

Huidmondjes = kleine openingen in het blad waardoor stoffen naar buiten kunnen.

Waarom verliezen bomen hun blad?

Verdamping vindt plaats via bladeren.

Wortels werken niet goed bij kou.

Scheurlaag = laagje tussen boom en bladsteel, waardoor er in de herfst minder water en mineralen bij de bladeren komen.

Kurklaag = laagje op de plaats waar het blad is afgevallen (tegen waterverlies en ziekteverwekkers).

Bladlittekens = Plaats waar het blad heeft vastgezeten aan de tak.

Kleurstofkorrels (vwo)

Kleurstofkorrels = korrels met kleurstof in een plantencel.

• Groen (bladgroenkorrels = voor het maken van voedingsstoffen)
• Rood
• Geel
• Oranje 
• Kleurloos (zetmeelkorrels = hierin zit zetmeel opgeslagen)

Wat?	Maken: 5.1 opdr. 13 t/m 21
Hoe?	In je (online) boek. Werkbladopdrachten maak je in je schrift. Keuze: fluisterend overleggen of muziek luisteren.
Hulp?	Steek je hand op. Als je geen muziek luistert mag je ook zacht overleggen met je buurman/buurvrouw.
Tijd?	15 minuten
Klaar?	Goedzo! Maak nu een schema met de onderdelen van een plantencel, de omschrijving en de functie (zie volgende dia).
Opbrengst	Als je klaar bent heb je je huiswerk af! Nu weet je meer over de aanpassingen van dieren en planten aan kou of warmte!

Klassikaal bespreken

Hoe ging het vandaag?

Wat heb je geleerd?

Afsluiten

• Wachten met opruimen!
• Blijf zitten tot de bel gaat
• Vergeet straks je stoel niet aan te schuiven