2hv project 1 vertellen over je familie

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2hv project 1 vertellen over je familie

Doel van de les

- Ik weet hoe ik mijn familie moet voorstellen

- Ik weet hoe ik moet zeggen hoe oud ze zijn

- Ik weet hoe ik een eigenschap over hen moet vertellen

Voorbeeld:

C'est ma mère. Elle s'appelle Jolanda.

Elle a cinquante-six ans.

J'ai une mère marrante. Elle est aussi sympa. 

1 Familie voorstellen

Nodig:

Projectboekje blz 9

Schrift (open)

Pen

Eerst gaan we het onderwerp inleiden. Hoe moet dat ook alweer?
Kies de juiste vertaling voor ''ik ga praten over mijn familie''

1. Je parler de mon famille
2. Je vais parler de mon famille
3. Je vais parler de ma famille
4. J'ai parlé de ma famille

Je vais parler de ma famille

Ik ga praten/vertellen over mijn familie

Andere optie:

Je vous présente ma famille.

Hoe stel je iemand ook alweer voor?
Kijk naar de volgende 4 zinnen. Welke van deze 4 zinnen is correct?

1. C'est ma petite frère. Il s'appelle Joey
2. C'est mon petit frère. Elle s'appelle Joey.
3. Est mon petit frère. Il s'appelle Joey
4. C'est mon petit frère. Il s'appelle Joey.

Vertaal 1 van de onderstaande zinnen naar het Frans.
Je mag zelf kiezen welke.
- Dit is mijn vader. Hij heet ...
- Dit is mijn moeder. Zij heet..

Goede antwoorden:

- C'est mon père. Il s'appelle ...

Voilà mon père. Il s'appelle ...

- C'est ma mère. Elle s'appelle ...

Voilà ma mère. Elle s'appelle ...

Andere optie:

Ce sont mes parents. Ils s'appellent ... et ....

Leeftijd vertellen

Eerst de getallen herhalen...

treize

Trente

Trente-trois

Quatorze

Quarante-quatre

Cinquante

14

50

30

13

33

44

Kies de juiste vertaling voor 61

1. six-un
2. soixante-un
3. soixante et un
4. soixante-onze

Kies 1 van de zinnen om te vertalen naar het Frans.
- Dit is mijn broer. Hij is 18 jaar.
- Dit is mijn zus. Ze is 19 jaar.

Goede antwoorden

- C'est mon frère / voila mon frère.

il a dix-huit ans.

- C'est ma soeur / voilà ma soeur.

Elle a dix-neuf ans. 

Eigenschap vertellen 

Voorbeelden:

Ma soeur est très intelligente.

J'ai un frère joyeux.

Mon père est ...

J'ai une mère ...

Mes petits frères sont souvent ...

J'ai des soeurs ...

marrants

marrante

marrantes

marrant

Wat is ook alweer de 

plaats van het bijvoeglijk naamwoord in een zin?

Vertaal de volgende zin naar het Frans. Gebruik projectboekje blz 9 van je projectboekje.
Mijn broer is vervelend.

Vertaal de volgende zin naar het Frans. Gebruik projectboekje blz 9 van je projectboekje.
Ik heb een vervelende broer

Laatste vraag!
Kies een familielid om voor te stellen. In 4 zinnen:
- Zeg wie het is en hoe hij/zij heet.
- Zeg hoe oud hij/zij is.
- Vertel een eigenschap over deze persoon.