19/12/2024

M3EC3
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

M3EC3

Slide 1 - Slide

M3EC4

Slide 2 - Slide

19/12/2024
Basis: Afmaken hoofdstuk 4 + examentrainer.
Kader: 4.6 - P. 134-137 - Opd. 1 t/m 12. 

Slide 3 - Slide

Regels.
  1. Ik waarschuw je 3 keer. 
  2. Werken met een plattegrond. 
  3. Ben ik aan het woord, zijn jullie stil. 
  4. Lezen in stilte. 
  5. Werken in rustig overleg  
  6. Vraag; steek je vinger op. 

Slide 4 - Slide

Planning. 
  1. Zelfstandig lezen (K).
  2. Afmaken hoofdstuk 4 (B).
  3. Uitleg kader. 
  4. Huiswerk.  

Slide 5 - Slide

Lezen. 
  1. Kader: paragraaf 4.6 - P. 134 t/m 137. 
  2. Hoe: Alleen. 
  3. Hoe lang: 5 minuten. 
  4. Klaar: beginnen opdrachten 
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Kader: Goed verzekerd.
Leerdoelen.
  • Je weet welke woonverzekeringen er zijn. 
  • Je weet waarom deze verzekeringen belangrijk zijn. 
  • Je weet wat een AVP is. 
  • Je weet wat een WA-verzekering is. 
  • Je kunt rekenen met de onderverzekeringsbreuk. 
Vorige les.
  • Verzekeringen. 
  • Premies. 
  • Verzekeraars.
  • ‰  (promille).

Slide 7 - Slide

Woonverzekeringen.
Opstalverzekering.
  • Huis en alles wat daaraan vast zit. 
  • Herbouwwaarde.
Inboedelverzekering.
  • Alles wat in je huis staat en van JOU is. 
  • Nieuwwaarde.
Voor beide.
  • Premie = ‰  (promille) van de verzekerde waarde.
  • Verzekerde waarde = De waarde van goederen die jij opgeeft bij het afsluiten van de verzekering. 

Slide 8 - Slide

AVP & WA-verzekering
AVP
  • Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren. 
  • Wanneer jij schade veroorzaakt bij een ander. 
Vergoedt geen.
  • Opzettelijke schade. 
  • schade aan eigen spullen. 
  • Schade veroorzaakt door motorvoertuigen. 
WA-verzekering.
  • Wettelijke Aansprakelijkheid. 
  • Aansprakelijkheidsverzekering voor voertuigen met een motor. 
Hoogte premie hangt af van.
  • Welk type auto.
  • Aantal gereden kilometers. 
  • Leeftijd + woonplaatsbestuurder. 

Slide 9 - Slide

Onder/oververzekerd. 
Oververzekerd.
  • Wanneer je een te hoge waarde van je spullen opgeeft bij de verzekering. 
Onderverzekerd.
  • Wanneer de verzekerde waarde lager ligt dan de werkelijke waarde. 
  • Wanneer je de verzekering uitkeert krijg je een lager bedrag terug dan de werkelijke schade. 
Onderverzekeringsbreuk.
  • We hebben de inboedel verzekert tegen een lager bedrag dan de getaxeerde waarde. 
  • Je krijgt dan minder vergoed dan de schade. 
Voorbeeld.
  • Het verzekerde bedrag: €18.000.
  • De juiste waarde is: €22.000.
  • De schade is: €8.000. 
  • (verzekerde bedrag : getaxeerde bedrag) x schade. 
Antwoord.
  • (Verzekerde bedrag : getaxeerde bedrag) x schade. 
  • (€18.000 : €22.000) x €8.000. 
  • (0,81818) x €8.000
  • €6.545,45

Slide 10 - Slide

Aan de slag. 
  1. Kader: Opdracht 1 t/m 12 - P. 134 t/m 137. 
  2. Basis: Afmaken H4.  
  3. Hoe: rustig overleg. 
  4. Tot het eind van de les. 
  5. Vraag: steek je vinger op. 
  6. Klaar: Herhalen hoofdstuk 4 - Examentrainer - Rekentrainer.
  7. Laat alles aftekenen!

Slide 11 - Slide

Fijne vakantie!!!!!!!

Slide 12 - Slide