This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Aan het eind van de les
kan je twee kommagetallen met elkaar vermenigvuldigen zonder rekenmachine.
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Een coach heeft voor zijn team 11 flessen met water gevuld. Bereken zonder rekenmachine hoeveel water heeft hij zich?
Slide 9 - Open question
11 × 75 = 825
11 × 0,75 = 8,25
Femke heeft de som 8,72 × 102,3 uitgerekend op haar rekenmachine. Ze noteert als uitkomst 892056, maar is vergeten de komma op te schrijven. Hoeveel is 8,72 × 102,3 ?
A
8,92056
B
892,056
C
8920,56
D
89205,6
Slide 10 - Quiz
Om de komma op de goede plek te zetten kun je een schatting van het antwoord maken.
8,72 102,3 is meer dan 8 100 = 800 en minder dan 9 110 = 990
Het antwoord is dus 892,056
Reken uit zonder rekenmachine 8160 ÷ 100 = 1,58 × 1000 =