Gedrag bij mensen

8.5 Gedrag bij mensen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8.5 Gedrag bij mensen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Korte herhaling sociaal gedrag bij dieren
Uitleg gedrag bij mensen
Werken aan de opdrachten

Slide 2 - Slide

Wat is dit voor gedrag ?

A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag

Slide 3 - Quiz

Wat is dit voor
gedrag?
A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag

Slide 4 - Quiz

Waar of niet waar?
Mensen en dieren vertonen beide territoriumgedrag
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Dit is een voorbeeld van
A
dreiggedrag
B
vluchtgedrag
C
baltsgedrag
D
territoriumgedrag

Slide 6 - Quiz

Welke vorm van gedrag is dit?
A
Voortplantingsgedrag
B
Broedzorg
C
Baltsgedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 7 - Quiz

Een voorbeeld van een gedragsketen is paringsgedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat is de leider van de groep?
A
Dominant
B
Onderdanig
C
Rangorde
D
De grootste

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen
Je kunt aan de hand van een context toelichten wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen gedrag bij mensen en dieren.

Slide 10 - Slide

Aangeboren gedag = erfelijke factoren (genen) bepalen gedrag. 
Dit wordt bij dieren vaak instinct genoemd

Aangeleerd gedrag = gedrag ontstaan door leren.

Bij mensen speelt leren een belangrijkere rol dan bij dieren. 
Aangeboren & aangeleerd

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Reageren op prikkels

Slide 13 - Slide

Oorzaak van gedrag
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels.
Inwendige prikkel -> komt vanuit het lichaam 
  • Honger of dorst
  • Sexuele drift (hormonen)
  • Agressie

Uitwendige prikkel -> komt van buiten
  • Geuren
  • Geluiden
  • Smaak


Slide 14 - Slide

Sleutelprikkels bij mensen
Kenmerken van baby's en jonge dieren zijn een sleutelprikkel bij mensen voor verzorgingsdedrag.

Slide 15 - Slide

Als een bepaalde sleutelprikkel sterk overdreven wordt (en voor een sterker respons zorgt) dan noemen we dit een supranormale prikkel
Ook mensen hebben te maken met sleutelprikkels & supranormale prikkels
Weinig sleutelprikkels
Veel sleutelprikkels
Supranormale prikkels

Slide 16 - Slide

Supranormaleprikkels bij mensen

Slide 17 - Slide

Aangeboren vs aangeleerd gedrag
Aangeboren
  • Zuigreflex
  • Gelaatsuitdrukking

Aangeleerd
Geluidjes, oogcontact en lichamelijk contact zorgt voor sociale ontwikkeling

Slide 18 - Slide

Communicatie
  • Is bij mensen ver ontwikkeld. 
  • Uitgebreide taal. 
  • Ook muziek, schrijven, film gelaatsuitdrukkingen. 
  • Gebaren en gezichtsuitdrukkingen

  • Taal is niet voor alle mensen hetzelfde
  • Gebaren kunnen ook verschillen per cultuur.

Slide 19 - Slide

Rolgedrag en rolpatroon
Gedrag dat bij een bepaalde rol hoort = rolpatroon

Slide 20 - Slide

Normen en waarden
Waarden: een opvatting over wat belangrijk is. Bijvoorbeeld: eerlijkheid.

Normen: gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden. 
Bijvoorbeeld: niet stelen, niet liegen, niet spieken.

Soms botsen normen, bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting en geen discriminatie.

Slide 21 - Slide

Normen en waarden
Deze veranderen met de tijd. 

Dingen die eerst verboden waren, worden nu meestal gewoon geaccepteerd. 

Bijvoorbeeld samenwonen zonder getrouwd te zijn


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Overeenkomsten
Verschillen
- Beide worden bepaald door erfelijke factoren en aangeleerd gedrag

- Beide zijn gevoelig voor sleutelprikkels en supranormale prikkels

- Beide vertonen territoriumgedrag, imponeergedrag en dreiggedrag
- Het gedrag bij mensen wordt sterker bepaald door leerprocessen

- Mensen kunnen hun gedrag beter beoordelen aan de hand van normen en waarden


Menselijk en dierlijk gedrag

Slide 26 - Slide

Aan het werk
Maak uit het werkboekje
Opdracht 67 t/m 76


Klaar?
Werk verder aan je PO

Slide 27 - Slide

Wat zijn normen en waarden?
A
Normen zijn opvattingen over wat belangrijk is en waarden zijn gedragsregels.
B
Waarden zijn gedragsregels en normen zijn opvattingen over wat belangrijk is.
C
Normen en waarden zijn hetzelfde.
D
Waarden zijn opvattingen over wat belangrijk is en normen zijn gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden.

Slide 28 - Quiz

Wat is communicatie?
A
Een ver ontwikkelde vaardigheid bij mensen die uitgebreide taal, muziek en gelaatsuitdrukkingen omvat.
B
Een vaardigheid die alleen bij dieren voorkomt.
C
Een vaardigheid die geluidjes, oogcontact en lichamelijk contact omvat.
D
Een vaardigheid die alleen uit gesproken taal bestaat.

Slide 29 - Quiz

Wat is het verschil tussen aangeboren en aangeleerd gedrag?
A
Aangeboren gedrag ontstaat door leren, aangeleerd gedrag wordt bepaald door genen.
B
Aangeboren gedrag en aangeleerd gedrag zijn hetzelfde.
C
Aangeboren gedrag is alleen bij dieren van toepassing.
D
Aangeboren gedrag wordt bepaald door genen, aangeleerd gedrag ontstaat door leren.

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Video