N4 H3 Studentenleven les 4 Omtrek cirkel berekenen

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

3.4 Omtrek

Rekendoelen:

• Je weet wat omtrek is.
  
• Je berekent of schat de omtrek rechthoekige / samengestelde figuren.
  
• Je berekent of schat de omtrek van cirkelvormige figuren.

Omtrek
Wat is het?
Waar zou jij het voor gebruiken?

Omtrek: loop er omheen

Omtrek cirkel

Leerdoelen

• Cirkel
  
• Diameter en straal
• Omtrek cirkel

diameter en straal

blauw = straal

rood = diameter

berekeningen:

diameter = straal + straal 

straal = diameter : 2

De straal is van middelpunt naar cirkel. De straal is de helft van de diameter.
(straal = diameter : 2)

De diameter gaat van cirkel door middelpunt naar cirkel. Is 2x zo groot als de straal.

(diameter = 2 x straal)

Wat is de diameter?

1. Rood
2. Blauw

De diameter is..

1. Hetzelfde als de straal
2. 2 keer de straal

Wat is de diameter?

1. 20m
2. 40m
3. 20cm
4. 40cm

De diameter is ...

1. 2,5 cm
2. 5 cm
3. 10 cm

Bereken de omtrek.
Rond af op één decimaal.

1. 25,0 cm
2. 25,1 cm
3. 25,2 cm
4. 25,3 cm

Bereken de omtrek.
Rond af op één decimaal.

1. 37,4 cm
2. 37,5 cm
3. 37,6 cm
4. 37,7 cm

Bereken de omtrek.
Rond af op één decimaal.

1. 88,9 cm
2. 89,0 cm
3. 89,1 cm
4. 89,2 cm

Bereken de omtrek. Rond af op één decimaal.

1. 15,7 cm
2. 15,8 cm
3. 31,4 cm
4. 31,5 cm

Maak les 3.4 en test jezelf