2v en H paragraaf 1 deel 1 en 2

6.1 Organismen en hun omgeving (deel 1)

Op tafel:
boek, schrift etui

Opdracht:
Noteer in tweetallen in je schrift 
wat je al weet over ecologie. (woordweb)


timer
5:00
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.1 Organismen en hun omgeving (deel 1)

Op tafel:
boek, schrift etui

Opdracht:
Noteer in tweetallen in je schrift 
wat je al weet over ecologie. (woordweb)


timer
5:00

Slide 1 - Slide

Planning
  • absenten
  • kennis ophalen
  • Uitleg 6.1 deel 1
  • Zelfstandig werken

  • Volgende keer:  Voedselrelaties, biomassa, aantallen en accumulatie(vergiftiging door ophoping) 
Leerdoelen vandaag
  • Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
  • Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.

Slide 2 - Slide

Wat je al weet over ecologie?
Bespreek met elkaar je eerder gegeven antwoord, kun je het nog aanvullen? (spreek met anderen dan de leerling waarmee je de opdracht gemaakt hebt)

Daarna:
Verschillende leerlingen geven antwoord aan mij bij het nabespreken.
timer
1:00

Slide 3 - Slide

Ecologie
Het milieu (leefomgeving) heeft invloed op organismen

Ecologie: onderzoekt de relaties tussen organismen en hun milieu

Slide 4 - Slide

Invloeden van het milieu
  • Abiotisch factoren: levenloze natuur, nooit in leven geweest
  • Biotisch factoren: levende natuur, in leven of overleden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Niveaus van ecologie
  • Individu: een organisme
  • Populatie: een groep individuen van hetzelfde soort in een bepaald gebied
  • Levensgemeenschap: populaties van verschillende soorten in een bepaald gebied
  • Ecosysteem: alle biotische en abiotische factoren in een gebied

Slide 7 - Slide

Individu
Populatie: groep van dezelfde soort in een bepaald gebied

Slide 8 - Slide

Levensgemeenschap
Alle populaties, van verschillende soorten organismen in een bepaald gebied.

De populaties beïnvloeden elkaar

Slide 9 - Slide

Ecosysteem
Levensgemeenschap en biotoop (alle abiotische factoren) samen

Gebied waarbinnen abiotische factoren en biotische factoren een eenheid vormen
Duingebied
Bos
Sloot
Weiland
savanne
vijver

Slide 10 - Slide

Biosfeer

Alle ecosystemen samen

Waar leven op aarde mogelijk is

Slide 11 - Slide

Bioom
Groter gebied met een kenmerkend klimaat
vwo

Slide 12 - Slide

Zet van klein naar groot

Slide 13 - Drag question

Maken
6.1 opdracht: 1, 2, 6 Of 6, 7 en 11(a en b)
Leren 6.1 alle begrippen leren van het eerste deel
timer
1:00
VWO

Slide 14 - Slide

Maken
6.1 opdracht: 1, 2, 6 Of 6, 7 en 11(a, b en c) 
Leren 6.1 alle begrippen leren van het eerste deel
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Lesafluiter
Schrijf op een blaadje de antwoorden op de volgende vragen:
  1. Noem 3 verschillende biotische en 3 verschillende abiotische factoren in dit leslokaal
  2. Noem de 5 niveaus van de ecologie in de juiste volgorde
  3. Noteer ook je naam op het blaadje.

Lever bij mij in bij het naar buiten lopen

Slide 16 - Slide

Lesafluiter
Schrijf op een blaadje de antwoorden op de volgende vragen:
  1. Noem 3 verschillende biotische en 3 verschillende abiotische factoren in dit leslokaal
  2. Noem de 6 niveaus van de ecologie in de juiste volgorde
  3. Noteer ook je naam op het blaadje.

Lever bij mij in bij het naar buiten lopen

Slide 17 - Slide

Noem 3 biotische en 3 abiotische factoren in 
deze afbeelding en schrijf die in je schrift!
Op tafel:
boek, schrift etui
timer
5:00

Slide 18 - Slide

Planning
  • absenten
  • kennis ophalen vorige les
  • Uitleg 6.1 deel 2
  • Zelfstandig werken

  • Volgende keer:  voedselrelaties en kringlopen(water-, koolstof-en stikstofkringloop)
Leerdoel vandaag
  • je kunt in een ecosysteem de voedselrelaties aangeven.

Slide 19 - Slide

lesafsluiter vorige les
abiotisch:glas, plastic, water, klok, computer, schoen(synthetische uitvoering), lucht, muur bij de ramen naar buiten, zuurstof, tafelpoten, potlood binnenkant, licht, rits, koptelefoon, gum, inkt, gebogen geodriehoek, deurklink, 
biotisch: mensen, kleding(katoen), tafelblad, schoen(leren uitvoering), bacteriën, kurk, papier, gum, potlood buitenkant, 
biotisch in lokaal 2a19: Gras? dieren? zand?
abiotisch in lokaal 2a19: bot? robots? zon? (die scheen niet)
VWO

Slide 20 - Slide

Niveaus Ecologie 
individu
populatie
Levensgemeenschap
ecosysteem
bioom
biosfeer

Slide 21 - Slide

Voedselketen
Voedselketen= een reeks soorten waarbij elke soort een voedselbron is voor de volgende soort

Slide 22 - Slide

Voedselketen
1ste Schakel - plant (maakt zelf energie)

2de Schakel - planteneter

3de 4de  5de Schakel  - alleseter of vleeseter

Slide 23 - Slide

Maak de voedselketen!
-> betekent 'wordt gegeten door'

Slide 24 - Drag question

Voedselweb
In een ecosysteem lopen meerder voedselketens door elkaar

Slide 25 - Slide

Op welk plaatje zie je een voedselketen?
A
B
C

Slide 26 - Quiz

Op welk plaatje zie je een voedselweb?
A
B
C

Slide 27 - Quiz

Voedselrelaties:
- Piramide van aantallen (VWO)
- Piramide van biomassa
- Accumulatie van gif

Slide 28 - Slide

Piramide van aantallen

Aantal individuen wordt meestal kleiner, maar niet altijd
vwo

Slide 29 - Slide

Piramide van aantallen
1 havik 

100 koolmezen

100.000 rupsen

1 eikenboom

vwo

Slide 30 - Slide

overdenken
Denk na over de volgende vraag:
Hoe is een piramide van aantallen en hoe is een piramide van biomassa opgebouwd, en waarom is het niet altijd een echte piramide?
Na het belletje:
Overleg met je schoudermaatje het antwoord op 
bovenstaande vraag.
timer
0:30
timer
0:30

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Piramide van biomassa
                          (gewicht)
Biomassa: totale hoeveelheid energierijke stoffen in een organismen
Elke stap naar boven gaat er energie verloren aan verbranding en afvalstoffen.

Slide 33 - Slide

Voedselpiramide
Voedselpiramide
Piramide van aantallen
Piramide van biomassa                                   (gewicht)
Deze is altijd piramidevorm!

Slide 34 - Slide

Accumulatie
  • gifstof opgenomen door plant
  • plant wordt gegeten door dier.
  • De stoffen zijn niet door een plant/ dier af te breken.
Wat gebeurd er met de gifstof?

Slide 35 - Slide

Accumulatie

Hoger in de voedselketen blijft de hoeveelheid gifstoffen gelijk maar de hoeveelheid biomassa neemt af.

Slide 36 - Slide

Accumulatie

De organismen hoger in de voedselketen gaan dood aan gifstoffen die veel eerder in de keten zijn opgenomen.

Slide 37 - Slide

Zelfstandig werken
Wat: Maak opdrachten in je boek:
                   6.1: opdrachten:  1 t/m 9  of   5 t/m 11
Hoe: Individueel
Hulp: De tekst, of vraag docent
Klaar: 
  • begrippenlijst maken 6.1
  • Lezen 6.2
  • Leren 6.1
             

VWO
timer
1:00

Slide 38 - Slide

Zelfstandig werken
Wat: Maak opdrachten in je boek:
                   6.1: opdrachten:  1 t/m 9  of   5 t/m 11
Hoe: Individueel
Hulp: De tekst, of vraag docent
Klaar: 
  • begrippenlijst maken 6.1
  • Lezen 6.2
  • Leren 6.1
             

timer
1:00

Slide 39 - Slide

Lesafluiter
Schrijf op een blaadje de antwoorden op de volgende vragen:
  1. Zet in de juiste volgorde voor een voedselketen:                             havik, gras, muis, kleine slang
  2. Waaruit is een voedselweb opgebouwd?
  3. Wat is het verschil tussen een piramide van aantallen en een piramide van biomassa?
  4. Noteer ook je naam op het blaadje.

Lever bij mij in bij het naar buiten lopen

Slide 40 - Slide