2.1 Wereldwijde luchtstromen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

2.1 Wereldwijde luchtstromen

H2 Klimaat en Landschap

Domein Wereld

H4

Lesdoel

✅  Je kent het algemene patroon van luchtstromen binnen de  

         atmosferische circulatie in relatie tot hoge- en      

         lagedrukgebieden en de wet van Buys Ballot. 

✅  Je begrijpt de ontstaanswijze van passaten en moessons  

         in relatie tot de verschuivende ITCZ.

Atmosferische circulatie

Atmosferische circulatie

Beschrijf de volgende gebieden:

Tropen: ...

Woestijn: ...

Gematigde zone: ...

Polen: ...

Atmosferische circulatie

Welke verklaring is er voor deze beschrijvingen? 

Opdrachten

Maak 

Hoofdstuk 2

§ 1

Opdr. 1 en 2

Wet van Buijs Ballot

Wet van Buijs Ballot

Voorwaarden:

1. Lucht stroomt altijd van een hoge naar een lage drukgebied (H -> L) 
   
2. Door corioliseffect afwijking: NH -> rechts ; ZH -> links
   

Corioliseffect

Neem over:

Vul in:

1. Hoge en Lage drukgebieden
2. Luchtstromen tussen deze gebieden (zonder corioliseffect)

Wet van Buijs Ballot:

1. H -> L

Goed?

Pas aan:

Wet van Buijs Ballot:

2. De wind heeft een afwijking met de wind in de rug.

NH: rechts

ZH: links

Atmosferische circulatie

Passaten en moessons

Winden

• Pool -> Gematigd: Poolwinden
• Woestijn -> Gematigd: Westenwinden
• Woestijn -> Tropen: Passaatwinden (noordoost en zuidoost)

Passaat en Moesson

Passaat: de luchtstroom van de 30° naar de Evenaar

Moesson: omgebogen passaat

Hoe kan dit? 

home.kpn.nl

Gevolg:

Opdrachten

Maak 

Hoofdstuk 2

§ 1

Opdr. 3 t/m 6