5.1 Het rijk van Karel de Grote

Datum:
Vak: Geschiedenis
Je weet hoe het Romeinse Rijk in verval raakte en hoe er een einde kwam aan het West-Romeinse Rijk in 476 
Je weet hoe het Rijk van de Franken ontstond en groeide en weet wie Karel de Grote was 
- Lezen paragraaf 5.1 (pagina 92 en 93 lb)
- Volksverhuizingen, Frankische Rijk en Karel de Grote en het leenstelsel
- Samen maken opdracht 9 
Is het leenstelsel duidelijk? 
Is de leerstof duidelijk? Welke vragen heb je nog? 
Zelfstandig maken opdrachten bij paragraaf 5.1
Bespreken van de opdrachten. Welke vragen heb je nog over de leerstof? 
Geen :)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Datum:
Vak: Geschiedenis
Je weet hoe het Romeinse Rijk in verval raakte en hoe er een einde kwam aan het West-Romeinse Rijk in 476 
Je weet hoe het Rijk van de Franken ontstond en groeide en weet wie Karel de Grote was 
- Lezen paragraaf 5.1 (pagina 92 en 93 lb)
- Volksverhuizingen, Frankische Rijk en Karel de Grote en het leenstelsel
- Samen maken opdracht 9 
Is het leenstelsel duidelijk? 
Is de leerstof duidelijk? Welke vragen heb je nog? 
Zelfstandig maken opdrachten bij paragraaf 5.1
Bespreken van de opdrachten. Welke vragen heb je nog over de leerstof? 
Geen :)

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je weet hoe het Rijk van de Franken ontstond en groeide en weet wie Karel de Grote was en wat hij voor het rijk heeft gedaan

Slide 2 - Slide

Wat weet jij eigenlijk
van de middeleeuwen?

Slide 3 - Mind map

Lezen paragraaf 5.1 
Pagina 92 en 93 leerboek 

Slide 4 - Slide

Eerst de naam: 
De Middeleeuwen

  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500

Slide 5 - Slide

Onrustige tijden in Europa
500-800

  • Na de val van het West-Romeinse Rijk waren er veel oorlogen
  • Reizen was gevaarlijk en de meeste mensen leefden in dorpjes.
  • Grote steden, zoals Rome, waren er niet (meer)

Slide 6 - Slide

Frankische Rijk
  • In West-Europa stichtten Germaanse volken nieuwe koninkrijken 

  •  De Franken waren het machtigst 

  • Eerst verschillende stammen
  • 500 Koning Clovis

Slide 7 - Slide

Karel de Grote
768-814
  • Onder Karel de Grote is het Frankische Rijk het grootst 

  •  Machtigste heerser van Europa 

  • Werd door Paus Leo tot keizer gekroond 

Slide 8 - Slide

Karel als keizer
  • Karel liet wetten opschrijven

  •  Zendgraven: moeten controleren of bestuurders hun werk goed deden 

  • Slaat munten om handel te bevorderen 

Slide 9 - Slide

Het leenstelsel
  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
  • Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten
  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Pagina 113 werkboek 
Maak zelfstandig opdracht 9, als iedereen klaar is gaan we de opdracht bespreken 

Slide 12 - Slide

Opdrachten
Maken opdrachten 2 en 4 

Leerboek: 92 en 93 
Werkboek: 110 en 111

Ben je eerder klaar lees dan het stuk: betrouwbaarheid van bronnen

Slide 13 - Slide