This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Aan het eind van de les
kan je een met een uur vooruit of achteruit rekenen.
kan je dit toepassen in een context, bijvoorbeeld bij tijdverschil of bij het rekenen met zomer- en wintertijd.
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Slide 4 - Video
This item has no instructions
Slide 5 - Open question
Het is in Melbourne 8 uur later.
13:00 - 8 uur is 5:00
Slide 6 - Open question
Als de tijd gewoon door zou lopen zou het 21:59 + 6 uur is 27:59 zijn.
Een dag duurt 24 uur en dan begint de klok weer bij 00:00.
Dus in Nederland is het 3:59
Slide 7 - Open question
Wordt het zomertijd, dan zet je de klok vooruit.
7:35 plus 1 uur is 8:35
Slide 8 - Open question
This item has no instructions
Je reist met het vliegtuig naar Jakarta. De vliegreis duurt 14 uur en in Jakarta is het 5 uur later dan in Nederland. Hoe laat kom je aan in Jakarta (lokale tijd) als je om 16.00 uur vanuit Nederland vertrekt?
A
11.00 uur
B
6.00 uur
C
01.00 uur
D
21.00
Slide 9 - Quiz
This item has no instructions
Je wilt een vriend in Washington 's avonds om 20.00 uur een fijne jaarwisseling toewensen. In Washington is het 6 uur vroeger dan in Nederland. Hoe laat moet je hem bellen?
A
14.00 uur
B
26.00 uur
C
03.00 uur
D
02.00 uur
Slide 10 - Quiz
This item has no instructions
Je reist met het vliegtuig naar Mexico. De vliegreis duurt 11 uur en in Mexico is het 7 uur vroeger dan in Nederland. Hoe laat kom je aan in Mexico (lokale tijd) als je om 23.00 uur vanuit Nederland vertrekt?