What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
La semaine 36 grammaire et écouter
Le but d'aujourd'hui:
Aan het einde van de les ken je een aantal nieuwe woorden en ken je het onregelmatige werkwoord etre en weet je hoe je die gebruikt.
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Le but d'aujourd'hui:
Aan het einde van de les ken je een aantal nieuwe woorden en ken je het onregelmatige werkwoord etre en weet je hoe je die gebruikt.
Slide 1 - Slide
Huiswerk
45,46
Slide 2 - Slide
Zou jij Anne helpen?
A
Ja, natuurlijk!
B
Ja, maar ik zou er wel goed over nadenken
C
Moah misschien?
D
Nee, ik wil geen gedoe
Slide 3 - Quiz
A
Slide 4 - Quiz
UFO...?
A
Ja man
B
Nee, fake!
C
Nee, bolbliksem
D
Nee, elektriciteitskabel!
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Allez-y.... au travail!
- faire ex. 8, samen met mij of alleen in stilte
Slide 8 - Slide
quizlet.com
Slide 9 - Link
Les devoirs:
Apprendre 2, 3 F/N - ex. 1.3 ex. 8
Slide 10 - Slide
Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag: ex. 9,10,11,12,13
1. Herhalen en vragen/ questions?
2. Samen ex. 12 en 13
3. Zs: mk ex. 9,10,11,14
4.
Devoirs: faire ex. 1.4: 9,10,11,12,13,14
Slide 11 - Slide
Le but d'aujourd'hui:
Aan het einde van de les kun je begrijpen hoe Fransen zich voorstellen aan elkaar.
Slide 12 - Slide
Noteer alle vormen van het werkwoord être (ik ben, jij bent...)
Slide 13 - Open question
Vul een vorm van être in.
… l'ami de Marc? Oui, je suis l'ami de Marc.
A
Tu es
B
Il est
C
Nous sommes
D
Elles sont
Slide 14 - Quiz
Vul een vorm van être in.
C'est Marie-Cécile. … belle.
A
Je suis
B
Elle est
C
Vous êtes
D
Elles sont
Slide 15 - Quiz
Vul een vorm van être in.
Voilà Liam et Yvonne. … à l'école.
A
Il est
B
Elle est
C
Ils sont
D
Elles sont
Slide 16 - Quiz
Comment tu t'appelles?
Tu es français?
Tu habites où?
Tu habites dans une ville ou un village?
J'habite dans une ville.
Je m'appelle Thomas.
Non, je suis néerlandais.
J'habite à Utrecht.
Slide 17 - Drag question
Alors maintenant au travail:
- samen ex. 12,13
- Zs mk ex. 9,10,11,13
timer
1:00
Slide 18 - Slide
Les devoirs:
Apprendre 2,3 F?N et faire:ex 9,10,11,13
Slide 19 - Slide
Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag: ex. 14,15 en apprendre 4 et 10
1. Herhalen en vragen/ questions?
2. Samen ex. 14 en 15
3. Options: - plannen huiswerk volgende week
- vragen stellen
- leren
4.
Devoirs: faire ex. 1.4: 14,15 ler. apprendre 1,2,3,4
Slide 20 - Slide
Le but d'aujourd'hui:
Aan het einde van de les kun je begrijpen hoe Fransen zich voorstellen aan elkaar.
Slide 21 - Slide
le verbe
être
je
suis
tu
es
il / elle/ on
est
nous
sommes
vous
êtes
ils / elles
sont
ik
ben
jij
bent
hij / zij / men
is
wij
zijn
jullie / u
zijn / bent
zij [mmv / vmv]
zijn
Slide 22 - Slide
être
=
zijn
il/elle/on est
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont
tu es
je suis
wij zijn
zij zijn (ml&vr)
ik ben
u bent & jullie zijn
jij bent
hij/zij/men is (wij zijn)
Slide 23 - Drag question
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
suis
es
est
sommes
êtes
sont
Slide 24 - Drag question
Ik ben
jij bent
hij is
men is / wij zijn
wij zijn
u bent / jullie zijn
zij zijn (ml + mv)
zij zijn (vr + mv)
zij is
Slide 25 - Drag question
Vul de goede vorm van 'être' in:
je ...
A
suis
B
es
C
est
D
sont
Slide 26 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
ils ...
A
est
B
es
C
sommes
D
sont
Slide 27 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
on ...
A
es
B
est
C
sommes
D
êtes
Slide 28 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
vous ...
A
sommes
B
êtes
C
être
D
sont
Slide 29 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
Julie
A
suis
B
es
C
est
D
sont
Slide 30 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
Jean et Pierre ...
A
est
B
sommes
C
sont
D
être
Slide 31 - Quiz
quizlet.com
Slide 32 - Link
Alors maintenant au travail:
- samen ex. 14,15
- Options: - plannen huiswerk volgende week
- vragen stellen
- leren
timer
1:00
Slide 33 - Slide
Les devoirs:
Apprendre 1,2,3,4 F/N et faire:ex 14,15
Slide 34 - Slide
A
Slide 35 - Quiz
More lessons like this
La semaine 36 grammaire et écouter
August 2021
- Lesson with
39 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
La semaine 45 herh. avoir 2.4 et 2.5
November 2021
- Lesson with
33 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
week 39
24 days ago
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
V3B vendredi 3 septembre
September 2021
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les6 U1
September 2020
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Le verbe etre 30-01-2024 finale 1 A
March 2024
- Lesson with
44 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Libre Service - Unité 1 - 1tvm
January 2024
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Libre Service - Unité 1 - 1V (parler & écrire)
September 2021
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1