Aan het eind van deze les kun je een voorwerp beschrijven, m.b.t. kleur, functie, vorm en materiaal, etc.
Je hebt daarnaast met Franse woordvolgorde geoefend en vergelijkingen gemaakt, ter herhaling voor de toets.
Slide 3 - Slide
Explication
Omschrijven van objecten: waarom?
Hoe ga je te werk?
Stencil in PB --> even oefenen.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Comment décrire cet objet?
timer
3:00
Slide 6 - Slide
Comment décrire cet objet?
Cet objet est un vélo.
- Cet objet est en métal.
- Il est bleu.
- Il se compose de deux cercles
--> les roues (de wielen) sont en métal
--> les pneus (de banden) sont noirs et en caoutchouc
- Ça sert à faire du vélo
- C'est pour se transporter.
Slide 7 - Slide
Comment décrire cet objet?
timer
3:00
Slide 8 - Slide
Comment décrire cet objet?
Cet objet est une cafetière électrique.
- Cet objet est en métal et en plastique.
- Elle est noire.
- Elle est composée d'un réservoir et d'une cafetière.
--> le pot est en verre.
- Ça sert à faire du café.
Slide 9 - Slide
Comment décrire cet objet?
timer
3:00
Slide 10 - Slide
Comment décrire cet objet?
Cet objet est un croissant.
- Cet objet est en pâte frite.
- C'est une pâtisserie/ une viennoiserie.
- Il est doré et petit.
- C'est en forme de lune.
- C'est à manger, avec un café ou un lait au chocolat.
Slide 11 - Slide
Hoe nu verder?
Bereid je presentatie voor a.d.h.v. de stencils.
Zorg dat je je voorbereid op het spontane onderdeel "Voorwerpen beschrijven" door willekeurige objecten uit je eigen omgeving te beschrijven. Probeer deze voorwerpen zo verschillend mogelijk te laten zijn. Succes!
Slide 12 - Slide
Exercices
Voor de komende 10 minuten:
Werk ZS aan het stencil l'article partitif en ex. 20b
Mw. Shawk heeft de antwoorden
Fini? Werk aan de herhalingsopdrachten Ch.3
timer
15:00
Slide 13 - Slide
Répétition
= herhaling
Werk verder aan het grammatica stencil. Voor antwoorden kun je bij mij langskomen.
Lesson duration is: 60 min
