Les 3 - Thema wonen - Omgaan met geld / Start boodschappen doen en koken

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Rekenen

Les  

Thema wonen

"Omgaan met geld"

Start: "Boodschappen doen en koken"

Programma

Terugblik

Oriëntatie

Uitleg en samen oefenen "Boodschappen doen en koken"

Aanwijzingen rekenen

Aan de slag

Evaluatie

Terugblik

Thema wonen opdrachten

Oriëntatie

Aan het eind van de lessen over 'Omgaan met geld', beheers je de volgende leerdoelen:

Oriëntatie

Aan het eind van de lessen over 'Omgaan met geld', beheers je de volgende leerdoelen:

Je kunt: 

- uitrekenen hoeveel je nodig hebt bij het koken voor een ander aantal personen dan in het recept;

- eenheden aflezen en omrekenen;

- een plan maken om een vraag te beantwoorden.

Welke informatie vind je in een recept?

In een recept kun je zien hoeveel je van elk ingrediënt nodig hebt. Vaak staat daar de eenheid gram of liter bij, maar soms zie je ook andere eenheden.

In een recept wordt bij sommige ingrediënten gekozen voor de afkortingen tl en el.

Wat betekenen deze afkortingen?

tl =

el =

• Waarom denk je dat er bij deze ingrediënten is gekozen voor tl en el, en niet voor gram of liter?

Denken - delen - uitwisselen

Je wilt 20 koppen chai latte maken. Hoe reken jij uit hoeveel melk je dan nodig hebt?

Op welke manier reken jij uit hoeveel je voor 300 gram betaalt?

Kies je hier voor een andere manier dan bij de chai latte?

Waarom?

Wat weegt meer dan 1 kg (en gebruik je met koken)?

Welke verpakking heeft meer dan 1 liter inhoud?

Aanwijzingen rekenen

Aan de slag

Afronden:

Thema 1 "Omgaan met geld"

opdracht 17 t/m opdracht 25

Starten met Thema 1 Taak 2 "Boodschappen doen en koken" t/m opdracht 18

1. 70% van 300
2. 10% van 600
3. 99% van 70

1. € 10
2. € 2,50
3. € 1.000
4. € 100

Afsluiting

Volgende les

Afmaken boodschappen doen en koken