Nederlands H6 samenvatting spelling en gram

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

vandaag

- weet je wat voorzetsels zijn

Wat gebeurt er met sterke werkwoorden in de verleden tijd?

Sterk werkwoord

Zwak werkwoord

Verandert van klank

verandert niet van klank

Wat is een sterk werkwoord?

1. vragen
2. darten

Wat zijn sterke werkwoorden?

1. slapen - vinden - geven
2. gokken - pakken - rennen

Voorzetsels
Wat is geen voorzetsel?

1. Tijdens
2. voor
3. omdat
4. tussen

Sleep de voorzetsels naar het groene vak.

VOORZETSELS

Door

de

drukte

op

straat

botste

de 

vrouw

tegen

iemand

aan

nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl

Later ... (willen tt) ik dokter worden.

1. wilt
2. wil
3. wilde
4. wilte

Ik (hebben tt) het boek uit.

1. hebben
2. had
3. heb
4. hebt

hij .........(zijn, tt)

1. ben
2. is
3. zijn
4. was

jij ....... (hebben, tt)

1. heb
2. hebben
3. had
4. hebt

jij ..........(zullen, tt)

1. zal
2. zult
3. zou
4. zouden

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

Ersin

heeft

een computer

gekocht.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Issam

loopt

naar

school.

persoonsvorm

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

De vader van Lina

had

een auto

gekocht.

Wat is de persoonsvorm?

.

De persoonsvorm

Rofaida

heeft

haar huiswerk

gemaakt

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

Mirai

heeft

haar werk

goed

gedaan

Maken de BRUG 

Opdrachten 

grammatica: opdracht 12 en 13

spelling: opdracht 12 en 13