H8 les 2

Herhaling H7
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling H7

Slide 1 - Slide

In woestijnen in Australië leven gek genoeg: dromedarissen! Die komen daar van nature niet voor maar zijn door de mens daarheen gebracht. Nu vormen ze echter een plaag.
Noteer twee biotische factoren die eraan bijgedragen kunnen hebben dat de dromedarispopulatie uitgroeide tot een plaag.

Slide 2 - Open question

De boomsoorten Piptoporus betulinus en Melampsoridium betulinum behoren tot hetzelfde genus (geslacht).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Alle ruwe berken in het gebied behoren tot één populatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Zowel spinnen als rupsen spinnen draden. De gouden zijdepin heeft een territorium en eet insecten. De zijderups eet blaadjes van de moerbeiboom en leeft gezamenlijk met vele soortgenoten gebroederlijk op die boom. De laatste is hierdoor veel makkelijker te kweken.
Ze nemen beide hun plaats in het ecosysteem in.
Hoe kunnen we deze plaats het best omschrijven?

A
Spin: consument eerste orde Rups: consument tweede orde
B
Spin: consument tweede orde Rups: consument eerste orde
C
Spin: consument tweede en hogere orde Rups: consument eerste en tweede orde
D
Spin: consument tweede en hogere orde Rups: consument eerste orde

Slide 5 - Quiz

Let op: de vorige paragraaf (8.1) ging over energie; deze gaat over stoffen!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Het grootste verschil tussen de energiestroom en de kringloop van stoffen in een ecosysteem is dat
A
organismen altijd energie nodig hebben, maar niet altijd voedingsstoffen.
B
energie gerecycled wordt, maar voedingsstoffen niet.
C
de hoeveelheid energie veel groter is dan de hoeveelheid voedingsstoffen.
D
voedingsstoffen gerecycled worden, maar energie niet.

Slide 8 - Quiz

Onthoud dit!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Uitleg

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welke stof hoort niet thuis in de koolstofkringloop?
A
Water
B
Koolstofdioxide
C
Glucose
D
Calciumcarbonaat

Slide 14 - Quiz

Waarom zijn bodemdieren en schimmels nuttig in de natuur?
A
ze zorgen voor zuurstof
B
ze ruimen planten- en dierenresten op.
C
Ze zorgen voor de kringloop van energie
D
ze staan aan het begin van een voedselketen

Slide 15 - Quiz

Welke kringloop is dit?
A
De stikstofkringloop
B
De koolstofkringloop
C
De zuurstofkringloop
D
De kringloop van het leven

Slide 16 - Quiz

Welk proces hoort er op plaats nr. 1 en 2 te staan?
A
Assimilatie
B
Dissimilatie
C
Fotosynthese
D
Compostering

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

BINAS wederom: zoek de woorden: 'voortgezette assimilatie'. Wat betekent dat dus?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Waar komt de CO2 in de lucht vandaan? En is dat giftig voor ons?
A
dat komt alleen van verbranding van fossiele brandstoffen; ja CO2 is giftig
B
dat komt alleen van verbranding door organismen; ja CO2 is giftig
C
dat komt van verbranding; nee CO2 is niet giftig
D
dat komt alleen van verbranding van fossiele brandstoffen; nee CO2 is niet giftig

Slide 25 - Quiz

Beantwoord mbv BINAS de volgende vraag: op welke twee manieren verdwijnt CO2 uit de lucht?

Slide 26 - Open question

De reducenten produceren bij voldoende zuurstof alleen CO2 als koolstofhoudende stof. Als er te weinig zuurstof is, maken ze... (let op: strikvraag. Check je BINAS!)
A
Melkzuur of ethanol
B
Melkzuur of ethanol of methaan
C
Allerlei stoffen, waaronder melkzuur, ethanol en methaan

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Wat veroorzaakt het versterkt broeikaseffect?
A
Het teveel aan CO2 in de atmosfeer
B
Teveel CO2 en ook ander broeikasgassen in de atmosfeer
C
Het teveel aan CO2 in de ozonlaag
D
Teveel CO2 en ook ander broeikasgassen in de ozonlaag

Slide 30 - Quiz