This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Paragraaf 3
MAINPORT SCHIPHOL
B7, B8, B209, B214, B219
#lerenvoordetoetsweek
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Wat is een mainport?
Een mainport is een knooppunt tussen transportroutes tussen werelddelen
Slide 3 - Slide
Hubs-and-spokes model
-Schiphol is een centrum (Hub) -De spaken zijn de connecties van waaruit de hub goederen en diensten verleend.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Waarom kan Schiphol ook als een stad zonder inwoners gezien worden?
Slide 6 - Open question
Toekomst Schiphol
Schiphol niet langer enige 'HUB' / vluchthaven van belang
Goedkope luchtvaartmaatschappijen, die veel aandacht trekken, kiezen voor kleinere luchthavens. (dus niet Schiphol)
Vliegveld zorgt voor overlast
--> Wat kan Schiphol doen aan deze problemen?
Slide 7 - Slide
Paragraaf 4
De haven van Rotterdam
Slide 8 - Slide
Haven Rotterdam
> schepen brengen containers vol met stukgoederen (verpakt) > schepen, bekend als mammoettankers, vol met olie > schepen meren aan om lading te droppen en vertrekken weer > schepen vervoeren ook massagoederen. (niet verpakt) --> Hele proces heet de goederenoverslag
Slide 9 - Slide
Voor welke producten gebruik je vliegvervoer, voor welke een vrachtwagen en voor welke een pijpleiding? Noem ze alle drie!
Slide 10 - Open question
Afsluitende vragen hoofdstuk 6
- Pak je smartphone of tablet
- Zorg dat je pen en papier bij de hand hebt indien geen device. - De quiz bestaat uit 6 meerkeuze en 4 open vragen om te oefenen voor de proefwerkweek.
Succes!
Slide 11 - Slide
De beschrijving 'totale aan- en afvoer van goederen' hoort bij het begrip...
A
Import
B
Export
C
Handelsbalans
D
Goederenoverslag
Slide 12 - Quiz
Welke soort mainport zal gebruikt worden voor het vervoer van fruit?
A
Luchthaven
B
Haven
C
Beide
D
Beide niet
Slide 13 - Quiz
Hubs-and-spokes model is een speciaal systeem gericht op welk onderdeel van de samenleving/economie?
A
Globalisering
B
Toerisme
C
Massagoederen
D
alle drie
Slide 14 - Quiz
Noem een aantal middelen van transport voor massagoederen?